18240 |
paillette |
paillette (fr.):
vr.; (mv).
pal‧ɛtə (Q203b Ingber)
|
een plaatje of reepje gouden of zilveren folie, tot versiering van kledingstukken [pailetten, gitten] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
20558 |
pap |
pap:
pa.p (Q203b Ingber)
|
brij; Hoe noemt U: Half vast, half vloeibaar gekookt gerecht van een heel of half gemalen graansoort (gort of meel) of rijst (brij, kwet, prol, pap) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20560 |
parelen |
prikkelen:
pre.kələ (Q203b Ingber)
|
parelen; Hoe noemt U: Opstijgen van luchtbelletjes in drank (parelen, kriezelen, grinselen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
18406 |
parfum |
odeur (fr.):
odeur (Q203b Ingber),
parfum:
parfum (Q203b Ingber),
m.
parf‧øm (Q203b Ingber)
|
reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18183 |
passen |
goed passen:
past good (Q203b Ingber),
goed staan:
g‧ōt štoͅ.a (Q203b Ingber),
passen:
pa.sə (Q203b Ingber)
|
nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
20842 |
peper |
peper:
pèèper (Q203b Ingber)
|
peper [DC 03 (1934)]
III-2-3
|
22446 |
periode van de ijsheiligen |
ijsheiligen:
ieshellige (Q203b Ingber)
|
De periode van de ijsheiligen, 11-14 mei; op deze dagen kan het zeer koud zijn. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
24927 |
petroleum |
ptrole (fr.):
petrol (Q203b Ingber),
m.
pètroͅl (Q203b Ingber)
|
petroleum, minerale licht ontvlambare stof die vooral tot verlichting in lampen en als brandstof wordt gebruikt [petrol, peter-, stink-, bron-, brom-, gasolie] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
33569 |
peulerwten |
peulen:
p‧ø̄l v. (Q203b Ingber)
|
De peulerwt; soort van erwt waarbij de hele vrucht gegeten wordt, ook de schil (sluimerwt, hauw(ke), peul, suikererwt, blie-erwt). [N 82 (1981)]
I-7
|
24224 |
piepen |
piepen:
p‧īpə (Q203b Ingber)
|
een zacht piepend geluid geven, gezegd van vogels (sjirpen, tjilpen, tjerpen) [N 83 (1981)]
III-4-1
|