e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Itteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verhitten warmen: wèrummu (Itteren) verhitten; Hoe noemt U: Voedsel warm maken (loteren) [N 80 (1980)] III-2-3
verkeren samengaan: samen goon (Itteren), vrijen: vreit (Itteren) verkering hebben [verkeren, vrijen, meteen lopen] [N 87 (1981)] III-3-1
verkering hebben samen gaan: samen goon (Itteren, ... ), vrijen: vreije (Itteren), vreit (Itteren) verkering hebben [verkeren, vrijen, meteen lopen] [N 87 (1981)] || verkering; regelmatige omgang met een persoon van het andere geslacht [sjans, verkeer, aanspraak] [N 87 (1981)] III-2-2
verkwisten doordraaien: de doordrejje (Itteren), verkwisten: verkwiste (Itteren) op overdadige en lichtzinnige wijze besteden [dolboteren, vermokken, vertoelibassen, verkwisten] [N 89 (1982)] III-3-1
verlegen beschaamd: besjéémp (Itteren), bleu: bleu (Itteren), schuw: sjûû (Itteren), verlegen: verleege (Itteren) verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)] III-1-4
vernomen verhaal gehoord: gehuurd verhoal (Itteren) een vernomen verhaal [meul] [N 87 (1981)] III-3-1
verschaald verschaald: versjāāld (Itteren) verschaald; Hoe noemt U: Door lang staan geur en kracht verloren hebbend, gezegd van bier (verschaald) [N 80 (1980)] III-2-3
verschuldigd zijn schuld hebben: schuld hubbe (Itteren) verplicht te betalen [schuldig (zijn), plichtig zijn, gelden] [N 89 (1982)] III-3-1
versieren (met bloemen) mei steken: mei steke (Itteren) Met bloemen versieren (bijv. iemands huis of stoel) bij een feest [pelen, braaien, meien, paleren]. [N 88 (1982)] III-3-2
verstandskies oogtand: auchtand (Itteren) verstandskies (oogtand, baktand) [DC 01 (1931)] III-1-1