20518 |
zure haring |
rolmops:
rolmops (Q096b Itteren)
|
rolmops; Hoe noemt U: Een haring in het zuur (rolmops) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
18032 |
zure oprisping |
maagzuur:
maagzoer (Q096b Itteren)
|
Hoe noemt u het zure deel van het maagsap, dat wel eens naar boven komt? [DC 47 (1972)]
III-1-2
|
20336 |
zuster |
zuster:
zuster (Q096b Itteren)
|
zuster; bestaat er een woord voor broers en zusters samen (Hd. Geschwister?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
24730 |
zuurbes |
vogellijm:
WLD ?
vogelleim (Q096b Itteren),
voogelleim (Q096b Itteren)
|
Zuurbes: gedoornde struik, 1-2 m hoog; geelgrauwe takken, heeft gele kogelvormige bloemen in tot 4 cm lange trossen; scharlakenrode bessen, langwerpig en 8-13 mm lang die ook s winters nog aan de struik staan (berberissen, barbarinneke, versilts, kweedoo [N 82 (1981)]
III-4-3
|
20355 |
zwager |
zwager:
zwaoger (Q096b Itteren)
|
zwager (schoonbroeder Bestaan er verschillende woorden voor den broeder van den man of de vrouw, en den man van de zuster? [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
17745 |
zwak, slap |
zwak:
zwaak (Q096b Itteren)
|
zwak [DC 02 (1932)]
III-1-1
|
24285 |
zwaluwstaart |
staart:
staart, start (Q096b Itteren)
|
de staart van zwaluwachtige vogels [N 83 (1981)]
III-4-1
|
24345 |
zwarte bladluis |
vliegje:
vleegskes (Q096b Itteren)
|
insectjes onder een blad, zwart [DC 68 (1993)]
III-4-2
|
24286 |
zwarte kraai, kraai |
krauw:
krauw (Q096b Itteren)
|
Hoe heet de zwarte kraai? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
24740 |
zwarte populier |
donkere populier:
WLD
doonkere pôpelier (Q096b Itteren)
|
De zwarte populier; heeft op oudere leeftijd een heel donkere schors met diepe groeven, de ruitvormige bladeren zijn donkergroen (peppel, blauwe populier). [N 82 (1981)]
III-4-3
|