e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Itteren

Overzicht

Gevonden: 1364
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drijfzand drijfzand: driefzaand (Itteren) drijfzand, met water verzadigd zand dat rustig ligt maar waarin alles wegzakt wat er druk op uitoefent [drijf, drift, vloei, papieren zolder] [N 81 (1980)] III-4-4
drinkbak voor de kippen drink: dreŋk (Itteren) De drinkbak voor de kippen in het kippenhok. [A 48, 16c] I-6
drinken drinken: drinke (Itteren, ... ), lessen: lèìche (Itteren) drinken [DC 03 (1934)] || drinken; Hoe noemt U: De dorst doen ophouden (lessen, blussen, verslaan) [N 80 (1980)] III-2-3
droesem drab: drap (Itteren), dras: dras (Itteren) droesem; Hoe noemt U: Bezinksel in een wijnfles (droesem, dras) [N 80 (1980)] III-2-3
dronkaard zatlap: záátlàp (Itteren) dronkaard; Hoe noemt U: Iemand die voortdurend dronken is (dronkaard, zatlapper, zwanzer, boemelaar, alcoholist) [N 80 (1980)] III-2-3
droog blijven overblijven: euver blieve (Itteren) droog blijven, gezegd van het weer [overblijven] [N 81 (1980)] III-4-4
droog weer droog: druug (Itteren) droog [DC 45 (1970)] III-4-4
drop krissie: krissie (Itteren), krissiesap: krissiesāāp (Itteren) drop; Hoe noemt U: Ingedikt sap, aftreksel van zoethout, drop (kalissie, drop) [N 80 (1980)] III-2-3
dropwater krissie: krissie (Itteren), krissiewater: krissiewaater (Itteren) Hoe noemt U: Water waarin drop is opgelost (sepnat, kalissewater, kalissesap, poeliepek, kloters) [N 80 (1980)] III-2-3
druilerig en koud weer nat (weer): naat (Itteren, ... ), regenachtig (weer): regenechtich (Itteren), waterkoud (weer): waaterkait (Itteren) nat [DC 02 (1932)] || nat weer [versigheid] [N 81 (1980)] || nat, vochtig, gezegd van het weer [wak, luimerig] [N 81 (1980)] || nattig en koud, gezegd van het weer [kil, killig, waterkoud] [N 81 (1980)] || regenachtig, gezegd van het weer [ruizerig] [N 81 (1980)] III-4-4