32977 |
haver |
haver:
hāvǝr (Q096b Itteren)
|
Avena sativa L. Men zaait ongeveer 200 kg haver per hectare. Zie afbeelding 1, b. [JG 1a, 1b; A 2, 31; L 35, 101; L lijst graangewassen, 3; Wi 50; monogr.; add. uit N 15, 1a]
I-4
|
24320 |
hazenleger |
leger:
leeger (Q096b Itteren),
WLD
leeger (Q096b Itteren)
|
Hoe noemt u de vaste ligplaats van een haas (leger, lechter, pot) [N 83 (1981)] || Leger, vaste ligplaats van een haas [N 94 (1983)]
III-4-2
|
21897 |
hebzuchtig |
hebberig:
hubberig (Q096b Itteren)
|
een sterke begeerte naar geld hebben [hebbig, gewarig, greeg (zijn)] [rijven] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
24168 |
heggenmus |
tuinmus:
toenmösj (Q096b Itteren)
|
Hoe heet de heggemusch? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
24946 |
heilaarde, dichte zwarte grond |
drek:
drek (Q096b Itteren)
|
zwarte, ondoordringbare aarde [schurft, heilaarde] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
21838 |
heimelijk koffiedrinken |
op de koffie gaan:
op de koffie goon (Q096b Itteren)
|
heimelijk kopjes koffie bij elkaar drinken [tontelen, konkelen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
22506 |
heimelijk tekens geven |
ogen knikken:
ouge knikke (Q096b Itteren)
|
Heimelijk tekens geven bij het kaarten [blikken]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
19044 |
heimwee |
heimwee:
heimwee (Q096b Itteren)
|
heimwee (hebben als iemand ergens niet kan wennen en erg naar huis verlangt, zegt men: Hij heeft (veel/erg/zon) .... [DC 45 (1970)]
III-1-4
|
34474 |
hen met kuikens |
brok:
brōk (Q096b Itteren)
|
Kip die rondloopt met kuikens. Zie afbeelding 9. [A 6, 1c; A 28, add.; L 22, 22; Gwn 5, 15 add.; NE II, 11; L B2, 320; R 3, 40; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.]
I-12
|
33748 |
hengst |
hengst:
heŋs (Q096b Itteren)
|
Ongesneden mannelijk paard. [JG 1a, 1b; A 4, 2b; L 20, 2b; L 39, 42; L A1, 166; S 27; Wi 8; monogr.]
I-9
|