e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Itteren

Overzicht

Gevonden: 1364
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
neus (spotnamen) tulder: teulder (Itteren) neus [DC 01 (1931)] III-1-1
nicht nicht: nich (Itteren) nicht; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van nichten (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achternichten?) [DC 05 (1937)] III-2-2
niet gedijen verkreupelen: WLD  verkrēùpelt (Itteren) Niet goed groeien, gezegd van planten (niet tieren, niet aarden). [N 82 (1981)] III-4-3
niet passen niet passen: neet passe (Itteren), omhangen: umhange (Itteren) niet passen, gezegd van kledingstukken [pronsen, bolderen] [N 86 (1981)] III-1-3
niet zindelijk niet proper: neet proper (Itteren) onzindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften niet beheersend; onzindelijk, gezegd van kinderen [N 86 (1981)] III-2-2
nieuwe maan nieuwe maan: neu maon (Itteren) schijngestalte van de maan: nieuwe maan [donkere maan] [N 81 (1980)] III-4-4
noemen noemen: neume (Itteren, ... ) noemen, een naam geven [DC 03 (1934)] III-2-2
noot noot: noot (Itteren) noot [DC 47 (1972)] III-2-3
nors onvriendelijk: onvreuntelik (Itteren), stuurs: stuurs (Itteren) onvriendelijk, stuurs, nors, bars [aling, strak, grenniog, stom, bars, stuurs, nors, zuur] [N 87 (1981)] III-3-1
noten afslaan slaan: WLD  sjloon (Itteren) Noten afslaan (boeken, beuken slaan, rammelen, sloesteren). [N 82 (1981)] III-2-3