17609 |
neus (spotnamen) |
tulder:
teulder (Q096b Itteren)
|
neus [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
20482 |
nicht |
nicht:
nich (Q096b Itteren)
|
nicht; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van nichten (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achternichten?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
24716 |
niet gedijen |
verkreupelen:
WLD
verkrēùpelt (Q096b Itteren)
|
Niet goed groeien, gezegd van planten (niet tieren, niet aarden). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
18220 |
niet passen |
niet passen:
neet passe (Q096b Itteren),
omhangen:
umhange (Q096b Itteren)
|
niet passen, gezegd van kledingstukken [pronsen, bolderen] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
20167 |
niet zindelijk |
niet proper:
neet proper (Q096b Itteren)
|
onzindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften niet beheersend; onzindelijk, gezegd van kinderen [N 86 (1981)]
III-2-2
|
25172 |
nieuwe maan |
nieuwe maan:
neu maon (Q096b Itteren)
|
schijngestalte van de maan: nieuwe maan [donkere maan] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20401 |
noemen |
noemen:
neume (Q096b Itteren, ...
Q096b Itteren)
|
noemen, een naam geven [DC 03 (1934)]
III-2-2
|
20809 |
noot |
noot:
noot (Q096b Itteren)
|
noot [DC 47 (1972)]
III-2-3
|
21348 |
nors |
onvriendelijk:
onvreuntelik (Q096b Itteren),
stuurs:
stuurs (Q096b Itteren)
|
onvriendelijk, stuurs, nors, bars [aling, strak, grenniog, stom, bars, stuurs, nors, zuur] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21122 |
noten afslaan |
slaan:
WLD
sjloon (Q096b Itteren)
|
Noten afslaan (boeken, beuken slaan, rammelen, sloesteren). [N 82 (1981)]
III-2-3
|