33569 |
peulerwten |
peulen:
WLD
pêûle (Q096b Itteren)
|
De peulerwt; soort van erwt waarbij de hele vrucht gegeten wordt, ook de schil (sluimerwt, hauw(ke), peul, suikererwt, blie-erwt). [N 82 (1981)]
I-7
|
20662 |
peulvruchten afhalen |
ranken:
rènge (Q096b Itteren)
|
erwten of bonen afhalen, van draden ontdoen [N Q (1966)]
III-2-3
|
20815 |
peulvruchten doppen |
peulen:
paole (Q096b Itteren)
|
erwten of bonen doppen, ontpeulen [N Q (1966)]
III-2-3
|
20572 |
peuzelen |
peuzelen:
peuzullu (Q096b Itteren),
peuzöllö (Q096b Itteren)
|
peuzelen; Hoe noemt U: Langzaam en met smaak eten (pluizen, peuzelen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24224 |
piepen |
piepen:
pīēpe (Q096b Itteren)
|
een zacht piepend geluid geven, gezegd van vogels (sjirpen, tjilpen, tjerpen) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
22424 |
pijl |
pijl:
peil (Q096b Itteren)
|
De dunne lichte staaf van hout met een scherpe punt die met een boog naar een doel wordt afgeschoten [pijl, bout, teit, straal, schicht]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
17991 |
pijn |
pijn:
pijn (Q096b Itteren)
|
mijn voeten doen mij erg zeer [DC 03 (1934)]
III-1-2
|
24225 |
pimpelmees |
klein meesje:
klein meeske (Q096b Itteren),
ovenmakertje:
hovemèkerke (Q096b Itteren)
|
Hoe heet de pimpelmees? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
24364 |
pissebed |
stekelvarken:
WLD
steekelverukə (Q096b Itteren),
wild varken:
oniscus asellus/oniscus murarius (=ZND 18)
wild verreke (Q096b Itteren)
|
Hoe noemt u de keldermot, pissebed (kelderoog, varkentje, stekelvarken, steenmot, zespoter, varkensbeest) [N 83 (1981)] || pissebed, keldermot [GV K (1935)]
III-4-2
|
33570 |
pit van een steenvrucht |
knoop:
WLD
knóp (Q096b Itteren),
pit:
WLD
pit (Q096b Itteren)
|
De pit van een steenvrucht (kern, steen, pit, baak, teel, kelling). [N 82 (1981)]
I-7
|