22310 |
proppenschieter |
knalbus:
knalbösj (Q096b Itteren),
proppenschieter:
proppesjeeter (Q096b Itteren)
|
Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)]
III-3-2
|
20456 |
prostituée |
hoer:
hoor (Q096b Itteren)
|
prostituée, publieke vrouw [hoer, lichtvink, deerne, blaar] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
20568 |
pruimen |
pruimen:
proume (Q096b Itteren),
sjieken:
sjikku (Q096b Itteren)
|
pruimen; Hoe noemt U: Tabak kauwen (pruimen, sikken, sjikken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20578 |
pruttelen |
lurken:
lūīruku (Q096b Itteren),
reutelen van de pijp:
rootulu vaan de piep (Q096b Itteren)
|
Hoe noemt U: Snurkende geluiden maken, gezegd van een pijp (smierken, lurken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20311 |
puber |
koejong:
koejong (Q096b Itteren),
puber:
puber (Q096b Itteren)
|
puber; iemand tussen 15 en 18 jaar, in de levensperiode waarin de geslachtsrijpheid optreedt en zichzelf ontwikkelt, tevens periode van geestelijke rijping [puber, aankomeling] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
27904 |
raam |
venster:
vēnstǝr (Q096b Itteren
[(+)]
)
|
Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.]
II-9
|
33575 |
raapstelen |
raapstelen:
WLD
reupstèēle (Q096b Itteren)
|
De jonge gesteelde bladeren van de kleine witte meiraap die in het voorjaar als groente gegeten worden; raapstelen (kelen, rieten, steeltjes). [N 82 (1981)]
I-7
|
19057 |
raar, vreemd |
raar:
raar (Q096b Itteren)
|
raar [DC 02 (1932)]
III-1-4
|
21361 |
raaskallen |
bazelen:
baazele (Q096b Itteren),
wauwelen:
wauwele (Q096b Itteren)
|
onzin praten, raaskallen [revelen, raaskallen, wauwelen, lullen, bazelen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
20600 |
ragout van gebraden gevogelte |
hennenragout:
hinneraagoe (Q096b Itteren)
|
Hoe noemt U: Ragout van gebraden gevogelte (salmi) [N 80 (1980)]
III-2-3
|