e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Itteren

Overzicht

Gevonden: 1364
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
proppenschieter knalbus: knalbösj (Itteren), proppenschieter: proppesjeeter (Itteren) Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)] III-3-2
prostituée hoer: hoor (Itteren) prostituée, publieke vrouw [hoer, lichtvink, deerne, blaar] [N 86 (1981)] III-2-2
pruimen pruimen: proume (Itteren), sjieken: sjikku (Itteren) pruimen; Hoe noemt U: Tabak kauwen (pruimen, sikken, sjikken) [N 80 (1980)] III-2-3
pruttelen lurken: lūīruku (Itteren), reutelen van de pijp: rootulu vaan de piep (Itteren) Hoe noemt U: Snurkende geluiden maken, gezegd van een pijp (smierken, lurken) [N 80 (1980)] III-2-3
puber koejong: koejong (Itteren), puber: puber (Itteren) puber; iemand tussen 15 en 18 jaar, in de levensperiode waarin de geslachtsrijpheid optreedt en zichzelf ontwikkelt, tevens periode van geestelijke rijping [puber, aankomeling] [N 86 (1981)] III-2-2
raam venster: vēnstǝr (Itteren  [(+)]  ) Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.] II-9
raapstelen raapstelen: WLD  reupstèēle (Itteren) De jonge gesteelde bladeren van de kleine witte meiraap die in het voorjaar als groente gegeten worden; raapstelen (kelen, rieten, steeltjes). [N 82 (1981)] I-7
raar, vreemd raar: raar (Itteren) raar [DC 02 (1932)] III-1-4
raaskallen bazelen: baazele (Itteren), wauwelen: wauwele (Itteren) onzin praten, raaskallen [revelen, raaskallen, wauwelen, lullen, bazelen] [N 87 (1981)] III-3-1
ragout van gebraden gevogelte hennenragout: hinneraagoe (Itteren) Hoe noemt U: Ragout van gebraden gevogelte (salmi) [N 80 (1980)] III-2-3