e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L321a plaats=Ittervoort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onderzoek onderzoek: ongerzeuk (Ittervoort) alle naspeuringen in een zaak [onderzoek, visitatie] [N 90 (1982)] III-3-1
ondeugende vrouw loeder: loeder (Ittervoort) een vrouw die zich niet aan de zedelijke normen houdt, zich niet volgens deze gedraagt, en zich er niet aan stoort [loeter] [N 85 (1981)] III-1-4
oneerlijk(heid) oneerlijk: onierlek (Ittervoort) liegend en bedriegend [onreins, oneerlijk] [N 85 (1981)] III-1-4
oneven, niet door twee deelbaar omp: òmp (Ittervoort) niet door twee deelbaar, gezegd van een aantal [on, oneven, onk, omp] [N 91 (1982)] III-4-4
onfatsoenlijk onfatsoenlijk: onfatsoenlijk (Ittervoort) in strijd met het fantsoen, met de goede manieren [vies, onfatsoenlijk] [N 85 (1981)] III-1-4
ongedierte, algemeen ongesiefer: òngecíefer (Ittervoort) gedierte, klein ~ (verzamelnaam voor insecten, wormen, spinnen enz.) [gediert, ongediert, gewörmt, ongesiefer] [N 26 (1964)] III-4-2
ongehoorzame jongen bengel: bengel (Ittervoort) een ongehoorzame jongen [bengel] [N 85 (1981)] III-1-4
ongeluk ongeluk: ongelùk (Ittervoort) Ongeluk: door een misgreep, door vallen gekwetst worden (paret). [N 84 (1981)] III-1-2
ongelukkige stakkerd: stakkerd (Ittervoort) iemand die door het ongeluk is getroffen [stakkerd, duts] [N 85 (1981)] III-1-4
ongeordende hoeveelheid, chaos inboel: inboel (Ittervoort), warboel: warboel (Ittervoort) een min of meer ordeloze menigte al of niet bijeenhorende zaken [boel, boek, omboel, deel, vracht, schep, scheut, meuk, drommel] [N 91 (1982)] || een verwarde boel [hals, rommel, piëel, warwinkel, werzel, pan] [N 91 (1982)] III-4-4