e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L321a plaats=Ittervoort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
poeder, pulver gruis: gruus (Ittervoort) tot fijn gruis of zeer fijne koreltjes gemaakte vaste stof [peder, pulver, poeder, stof] [N 91 (1982)] III-4-4
politieagent agent: agent (Ittervoort) een agent van politie [linkert, agent] [N 90 (1982)] III-3-1
pompen van de meikever preken: preken (Ittervoort) Hoe noemt u het herhaalde malen de vleugels bewegen voordat hij opvliegt, gezegd van een meikever (geld tellen) [N 83 (1981)] III-4-2
pompon van een muts poes: pōēs (Ittervoort) pluim van een muts [floes] [N 25 (1964)] III-1-3
ponton ponton (fr. <it.): ponton (Ittervoort) een drijvende brug (ponton) [N 90 (1982)] III-3-1
pootgoed, pootaardappelen poter: pø̄tǝr (Ittervoort) Mooie aardappelen worden apart gehouden om in het volgend seizoen gepoot te worden, als pootaardappelen. Pootaardappelen mogen niet te groot en niet te klein zijnen er mogen veel ogen in zitten. Ze worden op een koele plaats, in de kelder, bewaard. Voor de fonetische documentatie van de woordtypen voor aardappel, zie het lemma Aardappel. [N M, 15; JG 1a; L 40, 55; monogr.; add. uit N M, 22] I-5
pootjebaden waden: waaje (Ittervoort) lopen: met blote voeten door plassen lopen [polse, dokkele, baden] [N 10 (1961)] III-1-2
pop, vrouwelijke zangvogel pop: pop (Ittervoort) vrouwelijke zangvogel (pop) [N 83 (1981)] III-4-1
populier (alg.) belenboom: beaíleboum (Ittervoort) De populier in het algemeen (populier, peppel, peppelboom). [N 82 (1981)] III-4-3
portefeuille portefeuille (fr.): portefeuille (Ittervoort) de kleine, platte, meestal leren, dubbele tas met vakjes, waarin mannen hun bankbiljetten, identiteitsbewijs enz. bij zich dragen [kamtas, portefoelie] [N 89 (1982)] III-3-1