18406 |
parfum |
parfum:
parfum (L321a Ittervoort)
|
reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
21180 |
parlevinker |
parlevink:
parlevink (L321a Ittervoort)
|
het bootje van een koopman te water [parlevinker, ventjager] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21217 |
pasfoto |
pasfoto:
pasfhoto (L321a Ittervoort)
|
de foto zoals op paspoorten en dergelijke legitimatiepapieren moet worden aangebracht [tiptopje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21202 |
paspoort |
pas:
pas (L321a Ittervoort, ...
L321a Ittervoort)
|
het bewijs van identiteit en toestemming om in het buitenland te mogen reizen [paspoort, pas] [N 90 (1982)] || het identiteitsbewijs door de regering aan een onderdaan verstrekt met het oog op een reis naar het buitenland [paspoort, pas] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18183 |
passen |
goed passen:
good passe (L321a Ittervoort)
|
nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
33561 |
pastinaak |
pastinakels:
pastínakels (L321a Ittervoort)
|
De pastinaak, de vlezige wortel van de plant met dezelfde naam, die een aromatische smaak heeft (pastenaak, pannenakkerstrung). [N 82 (1981)]
I-7
|
20685 |
patates frites |
friet:
friet (L321a Ittervoort)
|
Patates frites (friet, petat?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
24223 |
patrijs |
patrijs:
petries (L321a Ittervoort)
|
patrijs (30 overal in troepen op akkers; bruin hoefijzer op de buik; jachtvogel [N 09 (1961)]
III-4-1
|
26372 |
peilmerk |
peil:
pęjl (L321a Ittervoort),
pī.l (L321a Ittervoort)
|
Een van overheidswege aangebracht merkteken in de vorm van een nagel, bout (l 371) of ingemetselde steen (l 368) waarmee het hoogst toelaatbare waterpeil wordt aangegeven. Volgens Coenen (pag. 52) gold het systeem van de peilnagel niet in Nederland. Men kende daar wel een schaallat waarop men steeds het peil kon aflezen. [Vds 54; Jan 54; Coe 40; Grof 70]
II-3
|
33717 |
penwortel van een den |
pijlwortel:
pilwortǝl (L321a Ittervoort)
|
De penvormige wortel van een dennenboom. [N 27, 9b]
I-8
|