22704 |
bikkelen |
bikkelen:
beGələ (L321a Ittervoort)
|
Het betreft een spel, dat vroeger vaak en met zeer veel plezier door de meisjes werd gespeeld. Het is een behendigheidsspel dat gespeeld wordt met vier beentjes uit de hiel van een schaap, geit of rund - of daarop gelijkende voorwerpen van koper, lood of [N R (1968)]
III-3-2
|
21878 |
billijk |
schappelijk:
chappelik (L321a Ittervoort)
|
redelijk, gezegd van de prijs voor een artikel [schappelijk, billijk, civiel] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
29408 |
binder |
binder:
benjǝr/benjstǝr (L321a Ittervoort)
|
Degene die achter de maaier of aflegger aankomt en die de door hem gemaakte geleggen tot schoven bindt. Vergelijk ook het lemma ''aflegger'' (4.4.4). Soms is door de zegsman de opgave van de mannelijke vorm aangevuld met de aanduiding van de vaak voorkomende vrouwelijke vorm; waar deze afleiding onregelmatig is, is deze hier ook aangegeven. [N 15, 15c en 26; monogr.]
I-4
|
18652 |
binnenshuismutsje voor bejaarde mannen |
kalotje (<fr.):
kalotje (L321a Ittervoort)
|
mutsje met opstaande wand en platte bovenkant, binnenshuis gedragen door bejaarde mannen {afb} [bonnegrekske, kalotje] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
21820 |
binnensmonds praten |
prevelen:
prevele (L321a Ittervoort)
|
binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18225 |
binnenstebuiten |
links:
lings (L321a Ittervoort)
|
binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
22689 |
bioscoop |
cinema:
cinema (L321a Ittervoort)
|
Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
19352 |
bits |
scherp:
sjerp (L321a Ittervoort, ...
L321a Ittervoort)
|
vinnig, onvriendelijk in manier van spreken [bits, scherp, bars, mondig] [N 87 (1981)]
III-1-4, III-3-1
|
18635 |
bivakmuts |
bakfietsmuts:
bakfietsmuts (L321a Ittervoort)
|
bivakmuts, nauw om hoofd en hals sluitend wollen muts die alleen een deel van het gezicht onbedekt laat [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18113 |
blaar |
blaar:
blaor (L321a Ittervoort)
|
Blaar: blaasachtige opzetting van de huid (blaar, blein). [N 84 (1981)]
III-1-2
|