21453 |
vergaderen |
vergaderen:
vergadere (L321a Ittervoort)
|
ter vergadering bijeengekomen zijn, vergaderen [garen, gaderen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
19251 |
vergeetachtig |
vergeetachtig:
vergeètechtig (L321a Ittervoort)
|
zwak van geheugen, niet goed kunnende onthouden [vergetelijk, vergeetachtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18054 |
vergiftigen |
vergiftigen:
vergiftigen (L321a Ittervoort)
|
Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21152 |
verharde weg |
steenweg:
stienwaig (L321a Ittervoort)
|
een verharde weg (klinkerd, kunstweg, kalsij, kalseide) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20533 |
verhitten |
opwarmen:
opwarmen (L321a Ittervoort)
|
verhitten; Hoe noemt U: Voedsel warm maken (loteren) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21726 |
verhoren |
verhoren:
verhuêre (L321a Ittervoort)
|
iemand ondervragen in een zaak voor de rechter [verhoren, overhoren, onderhoren] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21399 |
verkeren |
vrijen:
vrieje (L321a Ittervoort)
|
verkering hebben [verkeren, vrijen, meteen lopen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
20364 |
verkering |
sjans:
sjans (L321a Ittervoort)
|
verkering; regelmatige omgang met een persoon van het andere geslacht [sjans, verkeer, aanspraak] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20367 |
verkering hebben |
vrijen:
vrieje (L321a Ittervoort)
|
verkering hebben [verkeren, vrijen, meteen lopen] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18001 |
verkillen |
killen:
kellen (L321a Ittervoort)
|
Ongevoelig worden van kou, gezegd van ledematen (killen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|