e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ittervoort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wiekenstel van de pikbinder haspel: haspǝl (Ittervoort) Constructie van latten die de halmen over het mes van de pikbinder neerbuigt. [N J, 4b; monogr.] I-4
wielerwedstrijd koers: koerrs (Ittervoort) Snelheidswedstrijd voor wielrenners op de weg [koers, klassieker]. [N 88 (1982)] III-3-2
wielewaal wielewaal: maakt zijn nest van uitwerpselen van koe hangend aan boomtak  wielewaal (Ittervoort) wielewaal (24 schuwe zomervogel in boomkruinen; man prachtig geelzwart, prachtig gevlochten nest; opvallende roep [duu-de-luo] [N 09 (1961)] III-4-1
wijdbeens lopen met de benen uitereen lopen: met de bein oetreine (Ittervoort) lopen: met de benen ver uiteen lopen [kooje, met een wijde kooi loope] [N 10 (1961)] III-1-2
wijnstok, wingerd wingerd: wíngerd (Ittervoort) De klimplant met handvormige bladeren en groenwitte bloempjes de de wijndruif levert (wijnrank, wingerd, wijger, vijger, wijgert, driveger), [N 82 (1981)] I-7
wijs wijs: wies (Ittervoort) veel wetend, veel geleerd, veel in zich hebbend [wijs, kloek] [N 85 (1981)] III-1-4
wijsvinger wijsvinger: wiesvinger (Ittervoort) wijsvinger [N 10 (1961)] III-1-1
wilde eend eend: ainj (Ittervoort) eend: wilde eend (58 overal bekend; groene kop en nek; bruine borst [N 09 (1961)] III-4-1
wilde gans gans: gans (Ittervoort) gans: grauwe gans (± 80 net een tamme gans zonder wit; oranje bek; roep gelijk tamme gans [N 09 (1961)] III-4-1
wilde hoofdharen ruw haar: roew haor (Ittervoort) hoofdharen, wilde ~ [vliechhaar] [N 10 (1961)] III-1-1