e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ittervoort

Overzicht

Gevonden: 2402
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
citroenvlinder citroenvlinder: cítroenvlinder (Ittervoort) Hoe noemt u de vlinder waarvan bij het mannetje de vleugels citroengeel zijn en bij het wijfje witachtig groen met een oranje middelpunt (citroentje) [N 83 (1981)] III-4-2
cocon pop: pop (Ittervoort, ... ) Hoe noemt u een vlinder in omhulsel [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het omhulsel van rupsen als zij zich inpoppen [N 83 (1981)] III-4-2
compost compost: kǫmpǫst (Ittervoort) Van de termen die onder de titel compost in dit lemma verenigd zijn, hebben er sommige duidelijk betrekking op de fijngemaakte compostachtige meststof, zoals die uit afval van de weide, de boomgaard, het erf bereid werd en over de weide werd gestrooid, terwijl andere meer wijzen op het moderne product van een vuilverwerkings- of composteringsbedrijf. Het eerste deel van het lemma bevat voornamelijk benamingen voor weidemest. [N 11, 22 + 27 add.; N 11A, 4d + 38 + 39; N M, 10c; monogr.] I-1
daas (tabanidae) scheeldees: sjeldaízen (Ittervoort), (? - moeilijk leesbaar)  sjèldais (Ittervoort) Hoe noemt u de grote vlieg waarvan verschillende soorten in ons land voorkomen. De wijfjes zuigen bloed bij grote zoogdieren en mensen. De grote soorten steken pijnlijk en achtervolgen mensen en dieren met grote hardnekkigheid (daas, dazerik, dol) [N 83 (1981)] || larve van de runderhorzel, worm die grote bulten (wormbulten) veroorzaakt in de huid van runderen [N 26 (1964)] III-4-2
dagvaarden ontbieden: ontbeeje (Ittervoort) iemand laten weten dat hij voor de rechter moet verschijnen [ontbieden, pressen] [N 90 (1982)] III-3-1
dagvaarding dagvaarding: dagvaarding (Ittervoort) de mededeling aan een verdachte of getuige dat hij op een bepaald tijdstip voor de rechter moet verschijnen [dagvaarding, dagement] [N 90 (1982)] III-3-1
dam dam: dam (Ittervoort) de in en dwars over een water opgeworpen wal die dient om het water te keren, de stroom te leiden of te verdelen (dam, menuët) [N 90 (1982)] III-3-1
damesschoen met hoge of halfhoge hak molire (fr.): moiljèèrs (Ittervoort) damesschoenen met hoge of halfhoge hak [N 24 (1964)] III-1-3
dampen paffen: paffen (Ittervoort) paffen; Hoe noemt U: Op een hoorbare manier roken; geweldig veel roken (paffen, plotsen) [N 80 (1980)] III-2-3
dauw op vruchten dauw: dauw (Ittervoort) Het tijdens de rijping op druiven, pruimen, appelen, etc. ontstane laagje dat de glans verdoft en aan de vruchten een frisse aanblik geeft (dauw, loom, dons, was). [N 82 (1981)] I-7