e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ittervoort

Overzicht

Gevonden: 2402
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
donker, duisterx donker: donkel (Ittervoort), donker (Ittervoort) donker [donkel, duuster, domp] [N 06 (1960)] || niet of weinig verlicht [donker, duister, deemster] [N 91 (1982)] III-4-4
dons, nestveren duivelshaar: duvelshaor (Ittervoort) het haar van jonge vogels die nog geen veren hebben (stapveren, duivelshaar, paddehaar) [N 83 (1981)] III-4-1
dood (zn.) dood: doead (Ittervoort) de toestand die intreedt bij het eindigen van het leven [dood, overlijden, versterf, verscheiden, einde] [N 86 (1981)] III-2-2
doopdekentje doopdoek: doupdook (Ittervoort) dekentje waaronder de dopeling naar de kerk wordt gedragen [N 25 (1964)] III-2-2
doopjurkje doopkleedje: doupkledje (Ittervoort) doopjurkje [deumhemke] [N 25 (1964)] III-2-2
doopmutsje doopmutsje: doupmutske (Ittervoort) doopmutsje [N 25 (1964)] III-2-2
door elkaar, verward ongeregeld: ongeregeldj (Ittervoort), verward: verwardj (Ittervoort) niet volgens vaste regels geschikt [ongeregeld, onverschillig] [N 91 (1982)] || op ongeregelde wijze dooreengemengd [verward, verstreuveld] [N 91 (1982)] III-4-4
doordeweekse (werk)schort blauwe scholk: blauwe sjolk (Ittervoort) schort, blauwlinnen (werk) ~ voor door de week [N 24 (1964)] III-1-3
doordrenken, nat maken weken: weike (Ittervoort) met een vloeistof doordrenken; nat maken [platsen, pletsen, plodderen] [N 91 (1982)] III-4-4
doperwten doperwten: doperwten (Ittervoort) De jonge erwten die uit de dop gehaald moeten worden; doperwt (poolerwt, dopper, doperwt, pelerwt). [N 82 (1981)] I-7