17960 |
gehurkt zitten |
op zijn hukje zitten:
op zien huukske zitte (L321a Ittervoort, ...
L321a Ittervoort)
|
hurken, op zijn ~ gaan zitten [N 10 (1961)] || hurken, op zijn ~ zitten [op de huuke, op znen huik, op zn huiketjes zitte] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
20671 |
geitenmelksepap |
geitenmelksepap:
geitemelksepap (L321a Ittervoort)
|
Pap van geitemelk (mienekespap?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
19265 |
gek |
zot:
zot (L321a Ittervoort)
|
onverstandige, ergerlijke of gekke dingen doend of zeggend [dwaas, mal, zot, gek] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19337 |
gekheid maken |
gek doen:
gek doon (L321a Ittervoort)
|
gekheid maken [mallen, follen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21466 |
gekkenhuis |
gekkenhuis:
gekkenhoes (L321a Ittervoort)
|
een instelling voor het verplegen van krankzinnigen [zothuis, gek[ken]huis, fermerie] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24151 |
gekraagde roodstaart |
vliegenvangertje:
vlegevengerke (L321a Ittervoort)
|
gekraagde roodstaart (14 rood trilstaartje; man heeft zwart gezicht en iets rossige buik; zomervogel; algemeen; broedt in boomgaten; roep [uuiet-tak-tak]; zachte, heldere zang begint met [jie-dru-dru] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
17580 |
gekruld haar |
krulkop:
krolkop (L321a Ittervoort)
|
gekruld haar [N 10 (1961)]
III-1-1
|
33264 |
gele lupine |
boksbonen:
boksbōnǝ (L321a Ittervoort)
|
Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.]
I-5
|
33239 |
gele voederwortel |
voermoren:
vōrmūǝrǝ (L321a Ittervoort)
|
Daucus carota L. In de genoemde vragenlijst is gevraagd naar twee variëteiten naast de algemene benaming winterwortel die in het vorige lemma ter sprake kwam. Hier is alleen opgenomen hetgeen afwijkend is van lemma Winterwortel. Lobbericher naar het Rijnlands dorpje Lobberich. [N Q, 6b; monogr.]
I-5
|
25078 |
gelijken (op) |
herinneren:
herhinjere (L321a Ittervoort),
lijken:
lieke (L321a Ittervoort)
|
aan het genoemde doen denken, lijken, schijnen [tonen, lijken] [N 91 (1982)] || in vele opzichten overeenkomen (bijv. uiterlijk) [lijken, gelijken, trekken] [N 91 (1982)]
III-4-4
|