e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ittervoort

Overzicht

Gevonden: 2402

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
appeltaart taartenpom: tartepom (Ittervoort) Appeltaart (tartepom?) [N 16 (1962)] III-2-3
aprilgrap aprilgrap: aprilgrap (Ittervoort) De onzinnige boodschap op 1 april [aprilvis, aprilzaad, zikkelzaad]. [N 88 (1982)] III-3-2
arbeid werk: werk (Ittervoort) het werken, het arbeiden [foter, werk] [N 89 (1982)] III-3-1
are, maat van 100 m2 are: are (Ittervoort) de maat die een oppervlakte aangeeft van 100 vierkante meter [are] [N 91 (1982)] III-4-4
aren lezen oogsten: ǫu̯stǝ (Ittervoort) Het oprapen en verzamelen van de achtergebleven aren op het veld. Het was vroeger gewoonte de aren die op het pasgemaaide en geoogste veld achterbleven, te laten liggen, zodat behoeftigen deze konden verzamelen. Het was een vorm van armenzorg. [N 15, 35; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 39, 40; Lu 3, 6; R [s], 31; R 3, 68; monogr.; add. uit A 23, 16.2] I-4
arm arm: ɛ.rǝm (Ittervoort) Zie de toelichting bij het lemma ɛarm liggenɛ.' [N O, 34j; Vds 193; Jan 198; Coe 169] II-3
armband armband: ermbandj (Ittervoort) band- of ringvormig, gewoonlijk metalen sieraad dat om de arm of pols gedragen wordt [armband, bracelet] [N 86 (1981)] III-1-3
armbestuur arme, de ~: der erme (Ittervoort) de instelling die zich tot doel stelt arme mensen te ondersteunen [arme, armekom-mer, grootvaal, armbestuur] [N 90 (1982)] III-3-1
armvol armvol: hervel (Ittervoort) de hoeveelheid die men met de armen kan omvatten [armvol, elver, ervel, speet] [N 91 (1982)] III-4-4
arresteren arresteren (<fr.): arrestere (Ittervoort) iemand in hechtenis nemen [bekommeren, arresteren] [N 90 (1982)] III-3-1