e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Jabeek

Overzicht

Gevonden: 1252
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mannelijke eend, woerd wenderik: wènderik (Jabeek) woerd: mannelijke eend. Hoe roept men eenden? [GV K (1935)] III-4-1
mannelijke hond, reu rekel: rèkel (Jabeek) reu, mann. hond [GV K (1935)] III-2-1
mannenkleren mansluikleren: mansluklejer (Jabeek) mannenkleren [t mansdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
mannenonderhemd mansluihemd: mansluhumme (Jabeek) onderhemd voor mannen [N 25 (1964)] III-1-3
mantelpak jakkenkleed: jakkekleed (Jabeek) mantelpak, uit jas en rok bestaand dameskostuum [N 23 (1964)] III-1-3
matrozenpakje matrozenpakje: eigen spellingsysteem  matrōzepekske (Jabeek) matrozenpakje (soort jongenskostuum) [N 26 (1964)] III-1-3
meel dat gebruikt wordt voor peperkoekdeeg honingm+d22091eel: honingmeel (Jabeek), meel: meel (Jabeek) [N 29, 88a; N 29, 88b] II-1
meel dat gebruikt wordt voor taai-taaideeg meel: meel (Jabeek), taaimeel: tājmē̜l (Jabeek) [N 29, 87a; N 29, 87; N 29, 87b] II-1
meelopslagplaats bakhuis: bakǝs (Jabeek) De ruimte of plaats waar het meel opgeslagen wordt. [N 29, 105b; N 29, 105e] II-1
meelworm, larve van de meeltor meelworm: eigen spellingsysteem  mèlwòrm (Jabeek) meeltor-larve, wormpje dat in (oude) meelvoorraden voorkomt [meelworm] [N 26 (1964)] III-4-2