| 33848 |
draven |
draven:
drǭvǝ (Q157p Jesseren)
|
In draf gaan, een actieve twee-tempogang, waarbij een diagonaal benenpaar gelijkmatig wordt opgeheven en weer neergezet, bijv. eerst linkervoorbeen en rechterachterbeen, daarna beide andere benen, met daartussen een zweefmoment. Zie afbeelding 9. [JG 1b; N 8, 81b en 81d]
I-9
|
| 22223 |
driejarige duif |
driejarige:
Opm. invuller heeft de antwoorden bij deze vraag niet zo duidelijk genoteerd (heb het maar naar eigen interpretatie ingevoerd).
drijjaorige (dauf) (Q157p Jesseren)
|
een duif van 2 of 3 jaar? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 22655 |
drijftol |
kokkernol:
koekernol (Q157p Jesseren, ...
Q157p Jesseren)
|
Drijftol (speeltuig door middel van een zweep door kinderen gedreven). [ZND 16 (1934)] || Hoe noemt men het kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven? [Lk 03 (1953)]
III-3-2
|
| 22066 |
drinkbak |
drinkbak:
drenkbak (Q157p Jesseren)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: de drinkbak? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 22067 |
drinkfles |
fles:
fles (Q157p Jesseren)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: de drinkfles (verouderd)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 22089 |
drinktafel |
verhoog:
verhaog (Q157p Jesseren)
|
de tafel waarop de drinkbak geplaatst wordt? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 22021 |
duif (alg.) |
duif:
dauf (Q157p Jesseren),
Pl. [dòuive]
dòuif (Q157p Jesseren)
|
Duif. [Goossens 1b (1960)] || Wat is de gewone dialectbenaming van de duif in het algemeen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 21933 |
duif bleek met allerlei kleurschakeringen |
ekster:
ekster (Q157p Jesseren)
|
Hoe noemt men een duif bleek met allerlei kleurschakeringen (bont)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 22130 |
duif die bij de middelmaat geklasseerd is: in de middenmoot (vliegen) |
midsprijsje:
miespreske (Q157p Jesseren),
poelwerk:
(nog) een poelwerk (Q157p Jesseren)
|
een duif die bij de middelmaat geklasseerd is? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 21924 |
duif die kort van bouw is |
korte, een -:
kotte (Q157p Jesseren)
|
Hoe zegt men in Uw dialect van een duif: kort van bouw of geraamte? [N 93 (1983)]
III-3-2
|