22788 |
gilde |
gilde:
gilde (P219p Jeuk)
|
Een gilde. [ZND 35 (1941)]
III-3-2
|
22490 |
gildeknecht |
knaap:
knaap (P219p Jeuk),
Antwoord onderlijnd bij de suggesties.
knaap (P219p Jeuk)
|
de knecht van een gilde [knaap] [N 112 (2006)] || De knecht van een gilde [knaap]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
17879 |
gispen, geselen |
gispen:
gespe (P219p Jeuk),
kletsen:
kletse (P219p Jeuk)
|
Met een tak of zweep slaan (smikken, geselen, klatsen) [N 108 (2001)] || slaan, Met een tak of zweep ~ (gipsen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
28864 |
git |
zwarte kraaltjes:
zwatǝ krø̄lkǝs (P219p Jeuk)
|
Sieraad. Zwarte kraaltjes of glazige steentjes in verschillende vormen. [N 62, 60a; MW]
II-7
|
30745 |
glaceren |
lazuren:
lazȳrǝ (P219p Jeuk)
|
Bij hout- en marmerschilderen het aanbrengen van een dunne, doorschijnende verflaag die vervolgens met speciale kwasten wordt behandeld. Het lazuren (L 163, P 219) wordt gedaan met lazuurverf, een verf die het onderliggend materiaal laat doorschemeren. [N 67, 84a]
II-9
|
24987 |
glad, glijdend |
glits:
glits (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk)
|
glad [ZND 01 (1922)], [ZND 24 (1937)]
III-4-4
|
20049 |
gladiool |
gladiool:
gladioowl (P219p Jeuk)
|
Gewone zwaardlelie (gladiolus communis). Hoge plant (bijna 1 m), de bladeren zijn zwaardvormig en spits gevormd. De bloemen naar één kant, de kleur is rood of wit, met allerlei tussenkleuren; de bloembuis is gebogen (gladiool, harnaswortel, 12 apostelen, [N 92 (1982)]
III-2-1
|
30600 |
glansverf |
blinkende verf:
bleŋkǝndǝ vɛrǝf (P219p Jeuk)
|
Verf die na droging een glanzend oppervlak vertoont. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [N 67, 19b; monogr.]
II-9
|
30788 |
glas snijden |
glas snijden:
glawǝs snēǝ (P219p Jeuk)
|
Glas op maat snijden met behulp van een glassnijder. Zie ook het lemma 'Glassnijder'. [N 67, 90b]
II-9
|
23380 |
glas-in-loodraam |
loodvenster:
loewdvinster (P219p Jeuk)
|
Een glas-in-loodraam. [N 96A (1989)]
III-3-3
|