21550 |
kostschool |
pensionaat (<fr.):
pensionaat (P219p Jeuk),
ea als in fr.jean
pensioneat (P219p Jeuk)
|
een school waar de leerlingen tevens voeding en huisvesting ontvangen [kostschool, pensionaat, interntaat] [N 90 (1982)] || kostschool [ZND 40 (1942)]
III-3-1
|
20650 |
kotelet, ribstuk |
karbonade:
kɛrbonōͅət (P219p Jeuk),
kotelet:
koͅrtə’leͅtə (P219p Jeuk)
|
karbonaden [Goossens 1b (1960)] || koteletten [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
25168 |
koud, mistig en somber weer |
domplucht:
doemplocht (P219p Jeuk),
nevel:
nevel (P219p Jeuk)
|
mist, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)] || mistig weer [motlucht, moorweer, mokweer] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
31309 |
koudbeitel |
kapbeitel:
kāp˱bētǝl (P219p Jeuk)
|
In het algemeen een beitel waarmee op koud ijzer wordt gewerkt. De koudbeitel is meestal zeskantig in doorsnee, soms ook rond of ovaal. Het werktuig wordt voor diverse werkzaamheden gebruikt zoals het weghakken van bramen en lasslakken, het doorhakken van bouten en het splijten van metaal. De koudbeitel is soms van een steel voorzien. Zie ook afb. 49. [N 33, 109; N 33, 112-113; N 64, 69b; monogr.]
II-11
|
19276 |
koude drukte maken |
embarras (fr.) maken:
amberas maoken (P219p Jeuk)
|
veel beslag, ophef maken over een zaak [ZND 32 (1939)]
III-1-4
|
18124 |
koudvuur |
koudvuur:
kaadvuur (P219p Jeuk),
vuur:
vuur (P219p Jeuk)
|
Koudvuur: versterf van weefsel of lichaamsdelen door afsluiting van de bloedtoevoer; gangreen (vuur). [N 107 (2001)], [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18195 |
kous: algemeen |
kous:
koos (P219p Jeuk)
|
Kous. Wat is de juiste uitspraak van kous (beenbekleding) ? [ZND 47 (1950)]
III-1-3
|
18794 |
kousenwol |
garen:
gaoun (P219p Jeuk),
garen (P219p Jeuk),
gaän (P219p Jeuk),
wollen garen:
ea zoals Fr. Jean
wolle gean (P219p Jeuk)
|
hoe heet het wollen garen waarmee kousen worden gebreid ? [ZND 42 (1943)] || Wollen garen voor het breien van kousen (saai, sajet) [N 79 (1979)]
III-1-3
|
19621 |
kouter |
kouter:
kõ˱tǝr (P219p Jeuk)
|
Het lange smalle mes dat (achter de voorschaar) aan de ploegboom is bevestigd en dat bij het ploegen de voor vertikaal afsnijdt. [N 11, 31.I.c; N 11A, 85b; JG 1a + 1b; A 26, 4a; L 1 a-m; L 28, 40; Lu 4, 4a; S 19; monogr.]
I-1
|
19231 |
kouwe drukte |
veel geschal:
veul geschal (P219p Jeuk),
veel gewag:
veel gewag (P219p Jeuk),
veel laweit:
vool laweid (P219p Jeuk),
veel laweit voor niks:
veul laweid ver niks (P219p Jeuk)
|
drukte maken voor niets [N 85 (1981)] || drukte voor niets, kouwe drukte [bezwaai, pehaai, poehaai, behaai] [N 85 (1981)] || veel beslag, ophef maken over een zaak [ZND 32 (1939)]
III-1-4
|