19104 |
kwalijk nemen |
het kwalijk opnemen:
ook materiaal znd 29, 19
kolek (opgenomen) (P219p Jeuk)
|
kwalijk [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
21693 |
kwanselen |
vermangelen:
Van Dale: III. mangelen, (veroud. en gew.) ruilen, verwisselen.
vermangele (P219p Jeuk)
|
voortdurend zijn goederen ruilen of verkopen [kwanselen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
22406 |
kwart cent in het spel |
kwartje:
kwartje (P219p Jeuk)
|
Een kwart cent in het spel [partje, fieleke]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
24201 |
kwartel |
kwakkel:
kwakkel (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk)
|
kwartel [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)]
III-4-1
|
25280 |
kwartier, maat van 25 liter |
kan:
kan (P219p Jeuk)
|
de maat die een inhoud aangeeft van ± 25 liter [kwartier, viertel, vierendeel, kannetje] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
25263 |
kwartje, maat van 1/4 anker |
grote tob:
groewte top wetter (P219p Jeuk)
|
de maat die een inhoud aangeeft van ± 9,7 liter = 1/4 anker (zie vraag 144) [kwartje] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
18244 |
kwastje aan een halsketting |
bengeltje:
bengeltje (P219p Jeuk),
staartje:
stetjes (P219p Jeuk),
trosje:
trəskes (P219p Jeuk)
|
Gouden kwastjes aan een halsketting [trosjes] [N 114 (2002)] || gouden kwastjes aan een halsketting [trosjes] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
30733 |
kwaststreep |
streep:
strīp (P219p Jeuk)
|
Streep in het verf- en vernislagen, veroorzaakt door de afzonderlijke haren van de kwast. Onregelmatigheden in de verf konden volgens de invuller uit Q 121 ook ontstaan bij het opnieuw aanzetten van de kwast. Ze kunnen worden weggewerkt met behulp van een daskwast of verdrijver. Zie ook het volgende lemma ('Wegdassen'). [N 67, 76a]
II-9
|
24880 |
kweek |
hondstand:
hǫnstānt (P219p Jeuk)
|
Elymus repens (L.) Gould Zeer algemeen voorkomend hardnekkig onkruid op gras- en bouwland en op akkerranden, dat er grasachtig uitziet met een rechtopstaande aar en donker- tot grijsgroen blad. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 30 tot 120 cm. Het is een lastig kruipend onkruid met veel onderaardse wortelstokken, die wel als veevoeder gebruikt worden. De boer verwijdert het met de eg uit de akker. Deze plant is ook wel bekend onder de oude naam kweekgras of tarwegras (Triticum repens L.). Zie in verband met de vele puin-opgaven de speciale bibliografie onder Goossens 1985; 1987 en 1988, 109-126. [N 11, 71; JG 1a, 1b, 2c; A 27, 24b; A 28, 10; A 29, 6 en 9; A 33, 17; L 34, 52; L 48, 18; Lu 2, 18; Lu 4, 9; S 20; monogr.; add. uit N 11, 70, 72, 80a en 88]
I-5
|
21943 |
kweekduif |
kweekduif:
kwikdaaf (P219p Jeuk)
|
Wat is de dialectbenaming voor: een duif alleen voor de voortplanting? [N 93 (1983)]
III-3-2
|