e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Jeuk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leiden leiden: lēǝ (Jeuk) De koe laten paren. [N 3A, 30a; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
leien dak dak van schalies: dē̜k ˲van sxē̜ldǝrs (Jeuk), de schaalderij: dǝ sxǭldǝri (Jeuk) Met leien gedekt dak. Zie ook de lemmata 'Rijndak' en 'Maasdak'. [L 37, 26c; N 79, 5 add.] II-9
lelietje-van-dalen meibloemetje: meijblummekes (Jeuk), muguetje: muguet (frans)  mugöke (Jeuk) Lelietje van Dalen (convallaria majalis). Een10 tot 25 cm grote plant met kruipende wortelstok, bladeren meestal 2, elliptisch, de bloeistengel is onbebladerd; de bloemen bevinden zich in eenzijdige trossen, klokvormig met 6 tandjes, wit gekleurd en geure [N 92 (1982)] III-4-3
lenig lips: lips (Jeuk) Lenig (zwak, gezwank, lips). [N 109 (2001)] III-1-1
lente, voorjaar opgang: opgang (Jeuk), voorjaar: veurjoor (Jeuk) lente [ZND 30 (1939)] III-4-4
lepe, doortrapte kerel geslepen kerel: geslepe kerel (Jeuk), lepe, een -: liepe (Jeuk) doortrapte kerel [ZND 30 (1939)] || een doortrapte kerel [fijnaard, fijne, leperd] [N 85 (1981)] III-1-4
lepel leper: lepər (Jeuk), lēūpper (Jeuk) Lepel (juiste dialectuitspraak) [ZND 37 (1941)] III-2-1
leraar regent (<fr.): Opm. v.d. invuller: de leerlingen blijven juffrouw of meester zeggen!  regent(es) (Jeuk) een leerkracht aan een instelling voor voortgezet onderwijs [magister, leraar, regent, leer] [N 90 (1982)] III-3-1
leren naaien voor naaierse leren: vęr najos līrǝ (Jeuk) Het vak van naaister leren. [N 62, 1f] II-7
letterzetten letters verven: løtǝrs ˲vɛrvǝ (Jeuk) Letters en cijfers schilderen. [N 67, 82b] II-9