30653 |
letterzetter |
penseel voor letters:
pɛnsīl vør lętǝrs (P219p Jeuk)
|
Penseel waarvan de haarbundel spits toeloopt. Het wordt gebruikt bij het schilderen van naamborden, opschriften etc. [N 67, 42b]
II-9
|
19125 |
leugen |
leugen:
da es en löge (P219p Jeuk),
das en leuge (P219p Jeuk),
leuge (P219p Jeuk)
|
Dat is een leugen. [ZND 37 (1941)] || een bewust uitgesproken onwaarheid [foet, lieg, leugen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
19383 |
leunstoel |
zetel:
zeejtel (P219p Jeuk),
zejetel (P219p Jeuk),
zetel (P219p Jeuk),
zēətəl (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk)
|
een leuningstoel [ZND 30 (1939)] || Een leunstoel met een hoge brede rug, waaraan soms zijstukken zijn aangebracht (zorg, zorgstoel, zetel) [N 79 (1979)] || leuningstoel [ZND 01 (1922)]
III-2-1
|
21341 |
leurder |
leurder:
leurder (P219p Jeuk)
|
een venter (die van deur tot deur waren verkoopt) [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|
20198 |
leven |
leven:
znd 34, 82a;
leeve (P219p Jeuk)
|
leven; op het einde van zijn leven [ZND 34 (1940)]
III-2-2
|
20188 |
leven (zn) |
leven:
leeve (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk)
|
leven; in de fleur van zijn leven [ZND 35 (1941)] || leven; op het einde van zijn leven [ZND 34]
III-2-2
|
34418 |
leverbotziekte, distomatose |
wrat:
vrot (P219p Jeuk)
|
Leverbotziekte, veroorzaakt door een platworm die leeft in de galgangen van de lever, vooral van runderen en schapen. [N 52, 31; N 19, 69; N 77, 64; A 48, 46; A 32, 15b]
I-12
|
21002 |
leverpastei |
pat:
pa’teͅi (P219p Jeuk)
|
leverpastei [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
20514 |
leverworst |
leverworst:
lēverwoͅs (P219p Jeuk)
|
leverworst [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
24342 |
libel en waterjuffer |
kleermaker:
kliermeker (P219p Jeuk)
|
waterjuffer, libel [ZND 34 (1940)]
III-4-2
|