23746 |
mariascapulier |
mariascapulier:
Maria skapelier (P219p Jeuk)
|
Een Maria-scapulier (Marias livrei?). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24610 |
marjolein |
marjolein:
marjolein (P219p Jeuk),
palingkruid:
ook
palingkraad (P219p Jeuk),
palingskruid:
palingskruid (P219p Jeuk)
|
Marjolein (origanum majorana). Kleine, witte bloempjes, half verscholen tussen groene blaadjes, die dicht opeen staan, en tot bolletjes verenigd zijn, 3 of 4 zulke bolletjes op lange stelen in de bladhoeken en aan de top (palingskruid, madelein, dubbele p [N 92 (1982)]
III-4-3
|
21271 |
markt |
markt:
dweis euver de merk (P219p Jeuk),
in de milland van de merk (P219p Jeuk),
in de millant van de merk (P219p Jeuk),
mɛrək (P219p Jeuk)
|
Dwars over de markt [ZND 23 (1937)] || In het midden van de markt. [ZND 38 (1942)] || markt [RND]
III-3-1
|
21852 |
marktkraam |
kraampje:
kreemke (P219p Jeuk)
|
een tent, een stalletje op de markt waarin de goederen tentoongesteld zijn [kraam, schob] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21711 |
marktplein |
markt:
merk (P219p Jeuk)
|
het plein in een stad of dorp waar markt gehouden wordt [mert, marktveld] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24945 |
marmer |
malver:
mellever (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk),
melver (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk,
P219p Jeuk)
|
marmer [ZND 01 (1922)], [ZND 38 (1942)] || marmer, dicht, fijnkorrelig kalkgesteente dat geschikt is om te bewerken en te polijsten, in bouw- en beeldhouwkunst als grondstof gebruikt [marbel, melber] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
30647 |
marmerglaceerkwast |
malverpenseel:
mɛlvǝrpɛnsīl (P219p Jeuk)
|
Zachtharige kwast die wordt gebruikt voor het opbrengen van zeer dunne olieverftinten over nagebootst marmer. [N 67, 39c]
II-9
|
30785 |
marmerglas |
kleurglas:
klø̄rglawǝs (P219p Jeuk)
|
Dik, ondoorschijnend glas in verschillende kleuren dat onder meer wordt gebruikt voor toonbankbladen, wandbekleding, naamplaten, reclameplaten, wijzerplaten, etc. Volgens invullers uit Q 111 en Q 203 kon marmerglas in wit, groen, rood en zwart en dof en glanzend worden geleverd. [N 67, 89m]
II-9
|
30665 |
marmerklopper |
malverborstel:
mɛlvǝrbǫsǝl (P219p Jeuk)
|
Tamponneerkwast voor het imiteren van sommige marmersoorten. De kwast bestaat uit een houten of zinken voetplaat waaraan rubber strookjes bevestigd zijn. De kwast wordt ook wel gebruikt bij de glaceertechniek, een versieringsmethode waarbij op een gedekte ondergrond een laag glaceersaus wordt aangebracht die vervolgens met de kwast wordt bewerkt. In Q 121 werd op deze wijze met de 'strener' een kronkelende beweging gemaakt waardoor in de glaceersaus een streperig motief ontstond. [N 67, 50]
II-9
|
21850 |
mars (wbd) |
bast:
baast (P219p Jeuk)
|
de mand die een kramer op zijn rug heeft [mars, hot, holfrits] [N 89 (1982)]
III-3-1
|