18220 |
niet passen |
niet mikken:
da mik ni (P219p Jeuk)
|
niet passen, gezegd van kledingstukken [pronsen, bolderen] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
20167 |
niet zindelijk |
niet proper:
ni pròuper (P219p Jeuk)
|
onzindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften niet beheersend; onzindelijk, gezegd van kinderen [N 86 (1981)]
III-2-2
|
18921 |
nietsnut |
leegloper:
leegloeper (P219p Jeuk),
luierik:
leuerik (P219p Jeuk)
|
een persoon die tot niets deugt [leep, nietsnut, nietsnutter, nietsnutterik] [N 85 (1981)] || iemand die niets doet [druil, plod, patrak, loefer] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25172 |
nieuwe maan |
nieuwe maan:
nieve mown (P219p Jeuk)
|
schijngestalte van de maan: nieuwe maan [donkere maan] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
22319 |
nieuwjaar |
nieuwjaar:
niefjouwr (P219p Jeuk)
|
1 januari, de eerste dag van het nieuwe jaar [ni-jjaor]. [N 96C (1989)]
III-3-2
|
22616 |
nieuwjaar wensen |
nieuwjaar wensen:
niefjouwr wə`nse (P219p Jeuk)
|
Nieuwjaar wensen, Nieuwjaar winnen, afwinnen. [N 96C (1989)]
III-3-2
|
19052 |
nieuws |
nieuws:
nies (P219p Jeuk)
|
een bericht over iets dat nog onbekend was [nets, nieuws] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
17724 |
nieuwsgierig kijken |
gapen:
gape (P219p Jeuk)
|
Nieuwsgierig kijken (gapen, curieus kijken, spitsmoelen) [N 109 (2001)]
III-1-1
|
19177 |
nieuwsgierigaard |
snuit:
snaat (P219p Jeuk)
|
iemand die alles nieuwsgierig bekijkt [gaper] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18122 |
nijdnagel |
ijdel:
eydel (P219p Jeuk),
ijwortel:
eijwottel (P219p Jeuk),
ijwottel (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk)
|
ik heb een nijdnagel (waar de huid langs de vingernagel inscheurt) [ZND 31 (1939)] || nagelontsteking: Etterige ontsteking van het nagelbed van een vinger (vloem, hondsblein) (of: bloem?). [N 84 (1981)]
III-1-2
|