e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Jeuk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
omhooggaan naar boven gaan: no bove goan (Jeuk), omhooggaan: omhoeg gōan (Jeuk) Omhooggaan, naar boven gaan (rijzen, (op)stijgen, omhoog gaan) [N 108 (2001)] || rijzen: Naar boven gaan, omhooggaan (rijzen, stijgen). [N 84 (1981)] III-1-2
omhulsel van het teellid sluis: slās (Jeuk) Schede van de roede. [JG, 1b; N 8, 36 en 37b] I-9
omslag parament: parmā (Jeuk) Omslag in het algemeen. Boord of rand, doorgaans van verschillende stof of kleur, of met borduurwerk voorzien, welke aan de hals, de mouwen enz. van kledingstukken bevestigd is en bestemd is om omgeslagen of omgevouwen te worden. [N 62, 34e; MW] II-7
omslag [wld ii.7, p.82] parement (fr.): parmaa (Jeuk) Hoe noemt U de omslag? [N 62 (1973)] III-1-3
omtrek, omvang omtrek: omtrek (Jeuk) de hoofdlijn die de grenzen van een figuur uitmaakt en er de vorm van bepaalt [omtrek, omkant] [N 91 (1982)] III-4-4
omzetten draaien: drē̜ǝ (Jeuk) Het met de graanschop omkeren van het op de graanzolder uitgespreide graan. [JG 1a, 1b, 2c] I-4
onbelangrijk schraal: skraawl (Jeuk), van geen waarde: gièn weijde (Jeuk) niet veel [luttel, min, schriel, weinig] [N 91 (1982)] || van geen belang, niet belangrijk [ongewicht] [N 91 (1982)] III-4-4
onbeleefd gestrant: gestant (Jeuk) niet wellevend, handelend in strijd met de beleefdheid [onbeleefd, bot] [N 87 (1981)] III-3-1
onbeschaafd lomp: loemp (Jeuk) ruw, niet beschaafd [lomp, loer, boers, onbeschoft, nut] [N 87 (1981)] III-3-1
onbeschaamd onbeschaamd: onbeskaomd (Jeuk) geen schaamtegevoel hebbend [ekstrant, onbeschaamd] [N 85 (1981)] III-3-1