e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Jeuk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onbevruchte ooi leeg (bijvgl. nmw.): lēx (Jeuk) [N 77, 36] I-12
onbewolkt open lucht: oupe locht (Jeuk) wolkenloos, zonder wolken, gezegd van de lucht [uitgekeerd, uitgeklaard, klaar] [N 81 (1980)] III-4-4
onbruikbaar maken, verbruien bederven: bederve (Jeuk) onbruikbaar maken, zijn waarde doen verliezen [verworden, verdraaien, begaaien, verbruien, bederven, verpeuteren, nonen, verballemonden] [N 91 (1982)] III-4-4
onbruikbare voorraad nest: nest (Jeuk) allerlei slechte en onbruikbare voorraad [breggel, plodder, bocht, bagage] [N 89 (1982)] III-3-1
ondereinde van de stam voet: voet (Jeuk) Het dikke uiteinde van de stam, onderaan (voet, kont, gat, kop). [N 82 (1981)] III-4-3
ondergoed ondergoed: ondergoed (Jeuk) Ondergoed, het algemene, gewone woord voor de onderkleding. [N 114 (2002)] III-1-3
onderkussen, peluw hoofdpeluw: huuppeling (Jeuk, ... ), hypəleŋ (Jeuk) het langwerpig kussen dat op de matras en onder het eigenlijke hoofdkussen ligt (Fr. traversin) [ZND 27 (1938)] || Langwerpig, rond onderkussen onder het hoofdkussen (peul, pulling, uppeling, kopkussen) [N 79 (1979)] III-2-1
onderlip onderlip: Onderste lip ook onderlijnd, maar niet in R-kolom neergeschreven.  onderlip (Jeuk) Onderlip (onderlip, onderste lip) [N 106 (2001)] III-1-1
ondermouw korte mouw: kotǝ mā (Jeuk) Gedeelte van een tweedelige mouw dat zit aan de kant van het lichaam. Verschillende informanten noemen de ondermouw het onderste gedeelte van de mouw (L 282, Q 99*) of het gedeelte van de mouw onder de oksel (L 265, L 298a, L 299). Zie afb. 49. [N 62, 34c; MW] II-7
ondermouw [wld ii.7, p.84-85] korte mouw: Trois quart.  kotte maa (Jeuk) Hoe noemt U de ondermouw (oksel?). Wat bedoelt U daarmee? [N 62 (1973)] III-1-3