33051 |
overmouwen |
bindmouwen:
bęŋmǭǝ (P219p Jeuk)
|
De aflegger, en ook de binder (zie paragraaf 4.6), beschermde zijn armen tegen de stekende en snijdende halmen door er overmouwen overheen te schuiven. Vaak zijn het een paar oude kousen waarvan de teenstukken zijn afgeknipt; vandaar het type strompen: (afgesneden) kousen. [N 15, 54; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
33560 |
overrijp, beurs |
melig:
melig (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk)
|
Te rijp en daardoor droog en korrelig, gezegd van een vrucht (meelachtig, melen, versleten, melig). [N 82 (1981)]
I-7
|
30736 |
overschilderen |
oververven:
øvǝrvɛrvǝ (P219p Jeuk)
|
Een laag verf over een andere aanbrengen. [N 67, 77b]
II-9
|
25065 |
overschot, restant |
klatsje:
kletske (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk),
rest:
rest (P219p Jeuk)
|
dat wat over is gebleven van een oorspronkelijk aantal, hoeveelheid of geheel [rammenant, rest, solde, klak] [N 91 (1982)] || een klein overschot [kwets, kwats, klats, klets, klas] [N 91 (1982)] || een overgebleven brok van een of andere hoeveelheid [klik] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21168 |
overweg |
barrier (<fr.):
barier (P219p Jeuk)
|
de plaats waar men een spoorweg kan oversteken [overweg, bareel] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18892 |
overwegen |
prakkiseren:
prakkere (P219p Jeuk)
|
goed nadenken, alles goed bekijken voordat men iets doet [nadenken, achterdenken, naprakkezeren, overdenken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24340 |
paaien |
eieren leggen:
eír legge (P219p Jeuk),
kuitschieten:
kuit skieten (P219p Jeuk)
|
Hoe noemt u eieren leggen, kuit schieten, gezegd van vissen (schodderen, rogen, paaien, aangaan) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
22804 |
paar of onpaar |
paar of onpaar:
ea zoals de Franse klank in Jean
pear of ompear (P219p Jeuk)
|
Paar of onpaar (een kinderspel, waarbij naar een even of oneven getal knikkers, enz. geraden wordt). [ZND 40 (1942)]
III-3-2
|
29635 |
paard |
paard:
pęǝt (P219p Jeuk)
|
[JG 1a, 1b; A 3, 4; A 11, 4; L 4, 4; L 5, 27c; L 22, 21; L 23, 1b; Gwn 5, 9a; R -s-; S 27; S 49; RND 60, 74; Wi 6, 17; monogr.; add. uit N 18]
I-9
|
24859 |
paardebloem |
pisbloem:
paardebloem
pisbloem (P219p Jeuk)
|
paardebloem [N 92 (1982)]
III-4-3
|