33750 |
ruin |
ruin:
rø̜̄n (P219p Jeuk)
|
Gecastreerde hengst. Als de veulens één à twee jaar zijn en de ballen voldoende gezakt en zichtbaar in de balzak zijn, worden zij gecastreerd. Een hengst van drie tot vijf jaar die om de een of andere reden op deze leeftijd nog gecastreerd wordt, wordt meestal gesneden hengst en niet ruin genoemd. [JG 1a, 1b; A 4, 2c; L 20, 2c; L 39, 43; N 8, 20 en 38; S 27; monogr.]
I-9
|
25115 |
ruisen (van de wind) |
blazen:
bloowze (P219p Jeuk),
fluiten:
fleute (P219p Jeuk),
ruizelen:
van de kou of schrik.
ruizelen (P219p Jeuk)
|
het geluid dat een stroom van lucht of een vloeistof maakt bij het gaan door of schuren langs iets of in zijn baan [ruisen, ruizelen, reuzelen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
24847 |
ruisen van bladeren |
ritselen:
rītselen (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk)
|
Het ruisen van bomen (ruisen, ruizelen, reuzelen, snirsen). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
22753 |
ruiten in het kaartspel |
koeken:
koeke (P219p Jeuk),
koekke (P219p Jeuk)
|
Ruiten: Ruiten boer (in het kaartspel). [ZND 42 (1943)]
III-3-2
|
21937 |
ruitijd |
ruiftijd:
raaftijd (P219p Jeuk)
|
Hoe heet de tijd waarin de duiven verpluimen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
17885 |
ruk |
ruk:
ruk (P219p Jeuk),
snok:
snok (P219p Jeuk)
|
Ruk: snelle, korte beweging waardoor iets of iemand met een schok van zijn plaats wordt getrokken (ruk, snok, roets) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
17884 |
rukken |
roffelen:
roefele (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk),
roeffele (P219p Jeuk)
|
niet rukken (niet met rukken trekken) [ZND 42 (1943)] || Ruk: snelle korte beweging waardoor iets of iemand met een schok van zijn plaats wordt getrokken (ruk, snuk, snoek). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
25148 |
rukwind |
roefel:
roefel (P219p Jeuk),
trekwind:
trekwend (P219p Jeuk)
|
rukwind, plotselinge, felle wind [trekwind, snuk wind, strobatie] [N 81 (1980)] || windstoot, ruk of stoot van de wind [hort, buis] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
34024 |
rund |
beest:
bīǝs (P219p Jeuk),
koebeest:
kōi̯bis (P219p Jeuk)
|
Holhoornig, herkauwend zoogdier dat om zijn vlees en melk en ook wel als trekdier gehouden wordt. [L 6, 22; L 42, 12; S 30; S 49; Wi 6; monogr.]
I-11
|
24349 |
runderhorzellarve |
made:
maoi (P219p Jeuk)
|
worm vdit laatste insect [Goossens 1b (1960)]
III-4-2
|