e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Jeuk

Overzicht

Gevonden: 4999
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
biechtstoel biechtstoel: bichtstoel (Jeuk) De biechtstoel, het meestal houten optrekje waarin de priester biechthoort [biech(t)sjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3
biechttijd voor een hoogdag: ver een hoegdag (Jeuk) Biechttijd(en), gelegenheid tot biechten. [N 96D (1989)] III-3-3
biechtvader biechtvader: bichvader (Jeuk) De biechtvader [biechvadder]. [N 96D (1989)] III-3-3
bieden bieden: biə (Jeuk) bieden [RND] III-3-1
bier bier: bier (Jeuk), bĭĕjr (Jeuk) bier [RND], [ZND 27 (1938)] III-2-3
bieslook look: loek (Jeuk) [ZND 34 (1940)] I-7
biestmelk biestmelk: bii̯smęlǝk (Jeuk), eerste melk: istǝ męlǝk (Jeuk), vette melk: vette melk (Jeuk) De eerste melk van de koe, nadat ze gekalfd heeft. [L 32, 100; JG 1a, 1b; S 3; A 7, 18; monogr.] I-11
bietenloof, bladerkroon bietenkruid: biǝtǝkrāt (Jeuk) De bladeren van de bietenplant. [N 12, 46; L 30, 34b; monogr.; add. uit N 12, 48] I-5
bietenveld rapenland: rōpǝlant (Jeuk) Met bieten of rapen bezaaid stuk land. [L 41, 2; monogr.] I-5
biezentrekpen trekker: trękǝr (Jeuk) Instrument gevuld met olieverf, waarmee men zeer fijne biezen kan trekken. [N 67, 48a] II-9