21798 |
verdachte zaak |
niet in de haak:
⁄t is nie in den hoek (P219p Jeuk)
|
een verdachte zaak, een zaak waarvan vermoed wordt dat die niet helemaal pluis is [koetel] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21796 |
verdenken / verdenking? |
verdenken:
verdenken (P219p Jeuk)
|
het vermoeden dat iemand iets verkeerds gedaan heeft [verdenking, persons, perzonsie] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21889 |
verdienen |
verdienen:
geld verdienen (P219p Jeuk)
|
geld verdienen [bladen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
19377 |
verdieping |
verdiep:
verdiep (P219p Jeuk),
verdieping:
verdieping (P219p Jeuk)
|
De verzamelnaam voor een horizontale laag in een huis tussen twee vloeren (verdieping, verdiep, stagie) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
24634 |
verdord |
verdroogd:
verdruugd (P219p Jeuk)
|
Uitgedroogd, dood, gezegd van planten en plantendelen (dor, verpieterd). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
18823 |
verdriet; verdriet doen |
pijn:
pijn (P219p Jeuk)
|
een treurige stemming, zieleleed, kwelling van het gemoed, verdriet [trubbel, spijt, pijn, lijden, deer, vliem] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21757 |
verduisteren |
scamoteren (<fr.):
Van Dale (FN): escamoter, 1. doen verdwijnen; - 2. afhandig maken...
skamotere (P219p Jeuk)
|
ontvangen geld stiekem achterhouden [seminariën, taken] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17936 |
verdwenen |
foetsie:
foetsjie (P219p Jeuk),
vort:
korte klank, in Mechelen en Boekhout
foet (P219p Jeuk),
weg:
weg (P219p Jeuk)
|
Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig (weg, verdwenen, rits, foetsie). [N 84 (1981)] || Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig zijn (weg, verdwenen, rits(e), foetsie, voert, voet) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
22058 |
verenmijt |
mijt:
mijt (P219p Jeuk)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: vedermijten: tasten de veren aan, vaak met weinig zichtbare schade. [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22179 |
verenschurftmijt |
slecht geraaf:
slecht geraaf (P219p Jeuk)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: verenschurftmijt: onderhuids, 1/3 mm, afbraak van veren; veroorzaakt de zogeheten ruiziekte. [N 93 (1983)]
III-3-2
|