24406 |
cocon |
pop:
pop (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk)
|
Hoe noemt u een vlinder in omhulsel [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het omhulsel van rupsen als zij zich inpoppen [N 83 (1981)]
III-4-2
|
23939 |
collatie |
collatie (<lat.):
collatie (P219p Jeuk)
|
Een licht avondmaal dat is toegestaan op vastendagen, collatie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23628 |
collectant |
koster:
kəster (P219p Jeuk)
|
Een collectant, de persoon die met de collectezak of -schaal rondgaat [centevenger?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23624 |
collecte |
collecte:
collecte (P219p Jeuk)
|
De geldinzameling, de collecte [de kollekt?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23630 |
collectebakje |
schotel:
klank: l`oeil
skôtel (P219p Jeuk)
|
Een collectebakje aan een lange steel [centebekske?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23625 |
collecteren |
rondgaan:
rondgouwn (P219p Jeuk)
|
Met de schaal of het kerkezakje rondgaan in de kerk [róndgooën?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23629 |
collecteschaal |
schaal:
skaol (P219p Jeuk),
schotel:
skoeitel (P219p Jeuk)
|
De schaal, het bord waarmee in dat geval gecollecteerd werd [schaol, sjaal, telder, klaaterschoeëtel?] . [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24020 |
communicantje |
communicantje (<lat.):
communicantje (P219p Jeuk)
|
Een communicantje. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23640 |
communie |
communie (<lat.):
kemuunie (P219p Jeuk)
|
De communie, deel van de mis waarin priester en gelovigen communiceren [kemuunie, kómmelejoeën?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24012 |
communie-examen |
catechismusondervraging:
kattekiesemes ondervrouging (P219p Jeuk)
|
Het communie-examen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|