e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kanne

Overzicht

Gevonden: 2364

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beemden beemden: bɛmp (Kanne), bɛmtǝ (Kanne) Aan de beek grenzende, vlakke en waterrijke stukken land. [Coe 46; Grof 42] II-3
been been: been (Kanne) been [ZND 21 (1936)] III-1-1
been, beenderen knook: knēūk (Kanne) beenderen (op het kerkhof) [ZND 21 (1936)] III-1-1
beenderen op het kerkhof knook/knoken (ev./mv.?): znd 21, 009c  kneuk (Kanne) beenderen (op het kerkhof) [ZND 19 (1936)] III-2-2
beervoetigheid (het heeft/staat) bereklauw: bē̜rǝklau̯ (Kanne) Beervoetige stand, een afwijking, waarbij de kootas naar voren is gebroken door het achterwaarts doorzakken van de koot, zodat de vetlok met de bodem in aanraking komt. [JG 1a, 1b; N 8, 93b] I-9
beet sleet: slē.t (Kanne) De slijtage aan zowel de kammen van het aswiel als aan de staven van het rondsel. [N O, 14g; Jan 109; Coe 84; Grof 105; N O, 11o] II-3
beginvoor, -voren aanslag: ǭnslǭx (Kanne) Naar gelang de ploegwijze en de soort van ploeg kan men de eerste voor of voren ofwel in het midden ofwel aan de zijkant(en) van de akker ploegen. In dit lemma zijn de termen verzameld die als benaming voor de beginvoren (of -voor) in het algemeen werden opgegeven of als zodanig konden worden uitgelegd. Dit laatste is het geval met het woordtype aanscheut, voorzover dat werd gegeven n.a.v. de vraag naar "rug, verhoogd middendeel" (JG 1a + 1b). Blijkens opgaven van dat type uit de beide andere bronnen beperkt deze term zich niet tot de beginvoren in het midden. Hij komt inhoudelijk overeen met aanslag, aanwerk, aantrek e.d. waarmee niet zozeer de eerste voor of voren als zodanig, als wel het ploegen daarvan, het aanvangswerk bedoeld wordt. Omgekeerd is het type rug, dat n.a.v. de vraag naar "de eerste voor die de boer ploegt" (N 11, 60), niet hier maar in het volgende lemma opgenomen. Het bij enkele plaatsen vermelde aantal voren heeft betrekking op de aanscheut die in het midden van de akker gemaakt is. Voor voor zie men het lemma ploegvoor. [JG 1a + 1b] I-1
beginvoren in het midden rug: rø̜k (Kanne) Bedoeld worden de eerste (2, 4 of 6) voren die men midden op de akker of op een pand tegen elkaar aan slaat, als deze bijeengeploegd moet worden. Men kan deze voren, vooral als het laaggelegen of natte grond betreft, bewust wat hoger opploegen, om een rond akker- of pandoppervlak te krijgen. [N 11, 60; N 11A, 119c; JG 1a + 1b] I-1
begraven begraven: begraove (Kanne) een dode begraven [graven, zinken, begraven] [N 115 (2003)] III-2-2
beiaard carillon (fr.): Niet alg.  karləjun (Kanne), klokkenspel: klokkespeel (Kanne) Carillon: beiaard, klokkenspel. || het geheel van zuiver gestemde klokken die door een klavier bespeeld kunnen worden [klokkenspel, beiaard, carillon] [N 112 (2006)] III-3-2