19377 |
verdieping |
etage:
ētāš (Q188p Kanne),
verdieping:
vərdēpeŋ (Q188p Kanne)
|
verdieping
III-2-1
|
17936 |
verdwenen |
foetsie:
foetsie (Q188p Kanne),
vort:
vót (Q188p Kanne),
weg:
weg (Q188p Kanne)
|
Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig zijn (weg, verdwenen, rits(e), foetsie, voert, voet) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
18054 |
vergiftigen |
vergeven:
vergèève (Q188p Kanne),
vergiftigen:
vergiftige (Q188p Kanne)
|
Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
22507 |
verjaardag |
verjaardag:
Karte 183.
verjaardag (Q188p Kanne)
|
Geburtstag.
III-3-2
|
21399 |
verkeren |
vrijen:
vrije (Q188p Kanne)
|
vrijen (verkeren; courtiser) [ZND 08 (1925)]
III-3-1
|
20367 |
verkering hebben |
vrijen:
vrije (Q188p Kanne),
vrèjje (Q188p Kanne)
|
verkering; regelmatige omgang met een persoon van het andere geslacht [sjans, verkeer, aanspraak] [N 115 (2003)] || vrijen (verkeren; courtiser) [ZND 08 (1925)]
III-2-2
|
18002 |
verkleumd |
stijf:
stīf... (Q188p Kanne),
verkild:
vərkelt (Q188p Kanne)
|
verstijfd van kou [verkild] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
22833 |
verkopen |
verkopen:
[Verkopen]
verkoape (Q188p Kanne)
|
Tuischen, vertuischen. (Gebruikt men deze woorden en in welke beteekenis: ruilen, verkoopen, schacheren, kaartspelen, enz.?) [ZND 08 (1925)]
III-3-2
|
18074 |
verkouden |
ik heb een verkoudheid opgelopen of ik heb een kou te pakken. worden er ook uitdrukkingen gebruikt waarin verkouden of verkoudheid ontbreekt, als b.v. ik heb he:
ix bɛn vərka:uwt (Q188p Kanne),
verkoud:
vǝrkāu̯t (Q188p Kanne)
|
Een ontsteking van het neusslijmvlies. [JG 1b; N 8, 89; N 52, 24 en 25; monogr.] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben verkouden [Lk 05 (1955)]
I-9, III-1-2
|
18080 |
verkoudheid |
ik heb een verkoudheid opgelopen of ik heb een kou te pakken. worden er ook uitdrukkingen gebruikt waarin verkouden of verkoudheid ontbreekt, als b.v. ik heb he:
ix ɛp ən ka:uw tə pakə (Q188p Kanne, ...
Q188p Kanne),
kou:
ich heb een kau op de bēūrs (Q188p Kanne),
ich heb een kau op het hat (Q188p Kanne)
|
Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben verkouden [Lk 05 (1955)]
III-1-2
|