e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kanne

Overzicht

Gevonden: 2364
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de zeug naar de beer brengen na(ar) de beer gaan: na(ar) de beer gaan (Kanne) De zeug laten dekken door de beer, het mannelijk varken. [N 19, 30; JG 1a, 1b, 2c; N 76, add.; monogr.] I-12
deeg deeg: deig (Kanne) zij kneedt het deeg [ZND 22 (1936)] III-2-3
dekken dekken: dękǝ (Kanne), dɛkǝ (Kanne), springen: spreŋǝ (Kanne) Het bevruchten van de koe door de stier. [JG 1a, 1b] || Het bevruchten van het vrouwelijk varken door het mannelijk varken. [N 19, 30; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 43, 20b; monogr.] || Het dekken van het vrouwelijk schaap door de ram. [N 77, 34; N 77, 33; JG 1a, 1b] I-11, I-12
deksel deksel: deksel (Kanne), deksəl (Kanne, ... ) deksel [ZND 01 (1922)], [ZND 22 (1936)] III-2-1
deksel van de metalen gierton deksel: dęksǝl (Kanne) De zinken gierton wordt van boven afgesloten met een deksel dat scharnierend bevestigd is aan de kraag van de vulopening. [JG 1a + 1b; N 11A, 54b; monogr.] I-1
deksel van een doodskist deksel: dèksel (Kanne) het deksel van een doodskist [scheel, roef] [N 115 (2003)] III-2-2
dekzeil deken: dīǝ.kǝ (Kanne) Zeil dat de rug van het paard bedekt als het regent. [JG 1a, 1b] I-10
dempig dempetig: dɛ̄mpǝtǝx (Kanne), dempig: dɛmpex (Kanne), kortborstig: kǫtbø̄stex (Kanne) Gezegd van runderen of paarden met dempigheid, een bemoeilijking van de ademhaling; bij runderen is het vaak een naziekte van het mond- en klauwzeer. Het paard vertoont een versnelde ademhaling, gepaard met een temperatuursverhoging en hoesten. Dempigheid of kortademigheid is niet chronisch, in tegenstelling tot ''cornage'' (7.38). [JG 1b; A 48A, 38a; L 1, a-m; L 23, 1a en 1b; N 8, 87, 88 en 89a; N 52, 24; S 6] I-9
denken denken: ich deenk (Kanne) ik denk, wij denken (of peinzen?) ik dacht het wel, wij dachten het ik heb het gedacht [ZND 08 (1925)] III-1-4
dennennaalden dennennaalden: dênnenaojes (Kanne), dennenspangen: dênnespange (Kanne) dennenaald [ZND 01 (1922)] III-4-3