e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kanne

Overzicht

Gevonden: 2364
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
getrouwde vrouw getrouwde vrouw: gətrówdə vrów (Kanne) getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND] III-2-2
getuige zijn getuige zijn: getöjge ziên (Kanne) getuige zijn bij een huwelijk [getuigen zijn, bronken] [N 115 (2003)] III-2-2
getuigen tuigen: tuige (Kanne) getuigen [ZND 24 (1937)] III-3-1
gevangenis prison (<fr.): Van Dale: prison (&lt;Fr.), (gew.) gevangenis.  prizon (Kanne) gevangenis [ZND 24 (1937)] III-3-1
gevel faèade: fasāt (Kanne) voorgevel van het huis III-2-1
gevoelig (zijn) gevoelig: geveulig (Kanne) mijn hand is nog gevoelig (b.v. op de plaats waar ik mij vroeger verbrand heb) [ZND 24 (1937)] III-1-1
gevoelloos (zijn) dood: doĕd (Kanne) in die vinger heb ik geen gevoel; hij is helemaal ... [ZND 24 (1937)] III-1-1
gewelf boog: bǭx (Kanne), gewelf: gǝwɛlǝf (Kanne) Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.] II-9
gewichten gewichten: gǝwextǝ (Kanne), gǝwęxtǝ (Kanne) De gewichten van de bascule moesten jaarlijks geijkt worden door een overheidsfunctionaris. Zie ook het lemma ɛijkenɛ. Elke molenaar had gewichten van 20, 10, 5, 2, 1 en 0,5 kg.' [Coe 261; Grof 286] II-3
gewone spurrie spurrie: spø̜rǝx (Kanne) Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.] I-5