e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kanne

Overzicht

Gevonden: 2364
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
haverpletter concasseur: kǫŋkǝsø̜̄.r (Kanne), haverpletter: hǭ.vǝrplɛtǝr (Kanne) Wanneer haver bedoeld was als paardevoer, moest ze geplet worden. Dit gebeurde met de haverpletter, een toestel waarin de haver tussen twee stalen rollen, een vaste en een losse, geplet werd. Zie ook afb. 91. Het woorddeel -ømolenŋ is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛmolenɛ.' [Vds 237; Jan 245; Coe 223; Grof 250] II-3
hazelaar hazenotenstruik: houzənø:təstruk (Kanne), hozənøttəstrūk (Kanne) hazelstruik [ZND 26 (1937)] III-4-3
hazelnoot hazenoot: houzənø:t (Kanne), hozənøt (Kanne) hazelnoot [ZND 26 (1937)] III-4-3
heen en weer draaien drentelen: traentele (Kanne), ronddraaien: roontdraeje (Kanne) Heen en weer draaien (drentelen, drimmelen, drispelen, draaien) [N 108 (2001)] III-1-2
heen en weer schuiven schroevelen: sjroevele (Kanne), wemelen: wiemele (Kanne) Heen en weer schuiven (wiebelen, wiemelen, sjroevelen, winaauwen) [N 108 (2001)] III-1-2
heer heer: hi:r (Kanne) heer [RND] III-3-1
hees, schor hees: hēs sin (Kanne), hēͅs (Kanne), hɛies (Kanne) hij is hees (zijn stem is weg) [ZND 26 (1937)] || schor, schor zijn [ruigsen, hees, gees zijn] [N 10 (1961)] III-1-2
heet lopen dol draaien: dø̜̄.l drɛjǝ (Kanne), heet lopen: hę̄.t lǭ.pǝ (Kanne) Het heet lopen van de molen als gevolg van het feit dat zich bijvoorbeeld tijdens het malen geen graan tussen de molenstenen bevindt, de stenen bot zijn of het graan niet droog genoeg is. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛleeglopenɛ.' [N O, 36e; Vds 117; Jan 262; Coe 144; Grof 169] II-3
heet, hitsig loops: lø͂ͅps (Kanne) heet, hitsig [Goossens 1b (1960)] III-2-1
hefboom hefboom: hɛf˱bǭ.m (Kanne), hefijzer: hɛf˱izǝr (Kanne) Hefboom waarmee de sluis omhoog wordt getrokken wanneer het sluisijzer voorzien is van gaten. Zie ook afb. 68 en de toelichting bij het lemma ɛsluisijzerɛ.' [Vds 46; Jan 41; Coe 27; Grof 61] II-3