e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kanne

Overzicht

Gevonden: 2364
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kaantjes krapjes: krɛpkəs (Kanne), krappen: krápə (Kanne) kanen [Goossens 1b (1960)] III-2-3
kaar kaar: kǭ.r (Kanne) Trechtervormige bak boven de bovenste molensteen waarin het te malen graan wordt gestort. Zie ook afb. 78. [N O, 19i; N O, 41a; A 42A, 37; N D, 11; Sche 51; Vds 148; Jan 155; Coe 136; Grof 157; monogr.] II-3
kaars bougie (fr.): buži (Kanne), kaars: kja͂.ts (Kanne) kaars [RND] || waskaars III-2-1
kaart met prentje prentje: preensje (Kanne) een kaart met een prentje erop [beeld, pop, prentje] [N 112 (2006)] III-3-2
kaarten (ww.) kaarten: koͅ:tə (Kanne), /  kaote (Kanne), koarte (Kanne), koarten (Kanne), Sub carte.  koͅ:te (Kanne), ww  kaote (Kanne), kaartspelen: [Kaartspelen]  kaotspeile (Kanne), met de kaarten spelen: /  met de koart spele (Kanne) [SND (2006)]/ [SND (2006)] || kaarten [RND], [SND (2006)] || Met de kaarten spelen. || Tuischen, vertuischen. (Gebruikt men deze woorden en in welke beteekenis: ruilen, verkoopen, schacheren, kaartspelen, enz.?) [ZND 08 (1925)] III-3-2
kaarten bijnemen rapen: kaot raope (Kanne) kaarten bijnemen [rafelen, fretten] [N 112 (2006)] III-3-2
kaarten voor geld voor geld kaarten: kaote (vur gàèld) (Kanne) kaartspelen voor geld [tuisen] [N 112 (2006)] III-3-2
kaarten, een spelletje kaarten partij: partɛj, pərtɛj (Kanne) Partie: spel, een - kaarten, biljarten. III-3-2
kaas kaas: kīēs (Kanne) kaas [RND] III-2-3
kaatsen happen (<fr.): [sic]; /en hapköse/, een hapkussen = een ronde bal.  hapə (Kanne) kaatsen [RND] III-3-2