21034 |
as |
as:
as (L316p Kaulille),
asch (L316p Kaulille)
|
as [ZND 32 (1939)]
III-2-3
|
19499 |
as van het vuur |
koolas:
koolasch (L316p Kaulille)
|
Hoe heet het overblijfsel van verbrande kolen dat nog eens kan branden ? [ZND 42 (1943)]
III-2-1
|
32824 |
as, spil van de rol |
pegel/peel:
pē.gǝl (L316p Kaulille)
|
De in dit lemma verenigde termen betreffen ofwel (elk van) de twee, als as fungerende pinnen in de uiteinden van de houten rol, ofwel de as van de ijzeren paarderol. [JG 1a; JG 1b add.; N 11A, 184e; monogr.]
I-2
|
26247 |
asbanden |
kluppelbanden:
klø̜pǝlbɛ̄n (L316p Kaulille)
|
De ijzeren banden rond de kop of de nek van de molenas. [N O, 10h]
II-3
|
32672 |
asblok |
aslade:
aslāi̯ (L316p Kaulille)
|
Houten blok met aan de onderzijde een gleuf waarin de metalen as bevestigd wordt, ter versteviging van de as. Zie verder ook WLD I.1 voor het asblok van de ploeg. [N 17, 40 + 44j + 50b + 51; N G, 48a; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 2b; monogr.]
I-13
|
26217 |
askop |
assekop:
asǝkǫp (L316p Kaulille)
|
De kop van de as waaraan de roeden bevestigd zijn. Zie ook afb. 45 en 28. In l 265 werd, wanneer de molenas van hout was vervaardigd, de kop in de as ingelaten. De askop was met ijzeren banden verstevigd. In l 265c was de as niet van hout, maar van ijzer. De roeden zaten met houten spieën in de assekop geklemd. [N O, 10b; N O, 10a; A 42A, 7; A 42A, 6]
II-3
|
33277 |
asperge |
asperge:
aspɛržǝ (L316p Kaulille)
|
Asparagus officinalis L. Een tot 2 meter hoge plant met naaldvormige takjes en rode bessen, die op zandgronden groeit en om de jonge, ondergrondse spruiten als groente wordt geteeld in aspergebedden. [N Q, 7; monogr.]
I-5
|
22897 |
aswoensdag |
asgoensdag:
aschgoenzig (L316p Kaulille)
|
Aswoensdag. [ZND 19A (1936)]
III-3-3
|
19561 |
aszeef |
kolenzeef:
kōləzēf (L316p Kaulille)
|
zeef; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
22370 |
autoped |
trottinette (fr.):
trónt`nèt (L316p Kaulille),
/
tróntɛnèt (L316p Kaulille),
[Met afbeelding].
trónt`nèt (L316p Kaulille),
tro(n)tenet: België.
troͅ(n)tənet (L316p Kaulille)
|
/ [SND (2006)] || Autoped (step). || Autoped. || het speeltuig bestaande uit een plankje op twee kleine wielen met een stuurstang waarop men door afzetten met de voet rijdt [autoped, glijer, step, aveseerplankje] [N 112 (2006)]
III-3-2
|