e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kaulille

Overzicht

Gevonden: 3656
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
as as: as (Kaulille), asch (Kaulille) as [ZND 32 (1939)] III-2-3
as van het vuur koolas: koolasch (Kaulille) Hoe heet het overblijfsel van verbrande kolen dat nog eens kan branden ? [ZND 42 (1943)] III-2-1
as, spil van de rol pegel/peel: pē.gǝl (Kaulille) De in dit lemma verenigde termen betreffen ofwel (elk van) de twee, als as fungerende pinnen in de uiteinden van de houten rol, ofwel de as van de ijzeren paarderol. [JG 1a; JG 1b add.; N 11A, 184e; monogr.] I-2
asbanden kluppelbanden: klø̜pǝlbɛ̄n (Kaulille) De ijzeren banden rond de kop of de nek van de molenas. [N O, 10h] II-3
asblok aslade: aslāi̯ (Kaulille) Houten blok met aan de onderzijde een gleuf waarin de metalen as bevestigd wordt, ter versteviging van de as. Zie verder ook WLD I.1 voor het asblok van de ploeg. [N 17, 40 + 44j + 50b + 51; N G, 48a; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 2b; monogr.] I-13
askop assekop: asǝkǫp (Kaulille) De kop van de as waaraan de roeden bevestigd zijn. Zie ook afb. 45 en 28. In l 265 werd, wanneer de molenas van hout was vervaardigd, de kop in de as ingelaten. De askop was met ijzeren banden verstevigd. In l 265c was de as niet van hout, maar van ijzer. De roeden zaten met houten spieën in de assekop geklemd. [N O, 10b; N O, 10a; A 42A, 7; A 42A, 6] II-3
asperge asperge: aspɛržǝ (Kaulille) Asparagus officinalis L. Een tot 2 meter hoge plant met naaldvormige takjes en rode bessen, die op zandgronden groeit en om de jonge, ondergrondse spruiten als groente wordt geteeld in aspergebedden. [N Q, 7; monogr.] I-5
aswoensdag asgoensdag: aschgoenzig (Kaulille) Aswoensdag. [ZND 19A (1936)] III-3-3
aszeef kolenzeef: kōləzēf (Kaulille) zeef; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
autoped trottinette (fr.): trónt`nèt (Kaulille), /  tróntɛnèt (Kaulille), [Met afbeelding].  trónt`nèt (Kaulille), tro(n)tenet: België.  troͅ(n)tənet (Kaulille) / [SND (2006)] || Autoped (step). || Autoped. || het speeltuig bestaande uit een plankje op twee kleine wielen met een stuurstang waarop men door afzetten met de voet rijdt [autoped, glijer, step, aveseerplankje] [N 112 (2006)] III-3-2