e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kaulille

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kieskauwer snuiker: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  snuiker (Kaulille) kieskeurig [ZND 27 (1938)] III-2-3
kieuwen kieuwen: ook in ZND 27, 084  kieuwen (Kaulille) kieuwen ve vis [ZND 01 (1922)] III-4-2
kievit kievit: kiwit (Kaulille) kievit (31 ronde vleugels; kuifje; bekend van de eierenraperij [N 09 (1961)] III-4-1
kikker kwakvors: kwakfoͅrs (Kaulille), ook in ZND 01u, 121; 14, 001 en 16, 004  kwakvors (Kaulille) kikvors [ZND 01 (1922)] || kikvors, puit [RND] III-4-2
kikkerdril paddengerei: padəgərɛi̯ (Kaulille) kikkerrit [RND] III-4-2
kikkerdril (2, bewerkt) (-)gerei: padəgərɛi̯ (Kaulille) kikkerrit [RND] III-4-2
kikkerlijnen zeilkoorden: zęjlkōrdǝ (Kaulille) De touwtjes waarmee de zeilen aan de kikkers op de roeden bevestigd worden. [N O, 5e; A 42A, 70] II-3
kikkers kwakvorsen: (enk)  kwakvǫrs (Kaulille) De ijzeren of houten bekjes aan de voorzijde van de roede waaraan het zeil wordt vastgemaakt. In l 381 waren de kikkers van hout omdat de molen houten roeden had. [N O, 5d; A 42A, 69; N O, 5e] II-3
kikkervisje dikkop: dikkop (Kaulille), halve kwakvors: halve kwakvorsch (Kaulille) kikkervisje [ZND 34 (1940)] III-4-2
kind (algemene benaming) kind: keend (Kaulille, ... ) kind [ZND 08 (1925)] || kind (een - dopen) [ZND 23 (1937)] III-2-2