e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kaulille

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
klapekster klapekster: klapeͅkstər (Kaulille) klapekster (24 lijkt wel op de ekster [073] maar heeft meer grijs, is kleiner; erg zeldzaam, nu alleen nog op sommige heivelden; hele jaar hier; broedt in doornstruiken; prikt gevangen diertjes op iets scherps vast [N 09 (1961)] III-4-1
klappertje kermoesje: k`rmoske (Kaulille) Klappertje in speelgoedgeweer. III-3-2
klappertjesgeweer hondsverschrikker: [Met afbeelding].  hónsv`schrikk`r (Kaulille) Speelgoedgeweer. III-3-2
klauteren klefferen: klefferen (Kaulille), klimmen: klimmen (Kaulille), kruipen: kroepen (Kaulille) Op een boom klauteren [ZND 27 (1938)] III-1-2
klaver, algemeen klaver: kliǝvǝr (Kaulille) De klaver- en klee-varianten in dit lemma vormen de verzamelnaam voor allerlei klaversoorten uit de familie van de Vlinderbloemigen. Klaver werd tot 1950 geteeld als groenvoer en als stoppelgewas. In de Nijmeegse lijst is niet naar de afzonderlijke soorten of naar de algemene naam gevraagd, alleen naar de benamingen voor verschillende oude klaversoorten. Hier zijn, naast de algemene naam in dit lemma, eerst enkele meestvoorkomende soorten apart behandeld en is tot slot een verzamellemma Andere Oude Klaversoorten toegevoegd. De scheiding in het Nijmeegse materiaal is achteraf aangebracht, op grond van de gewasnaam, de opmerkingen van de zegslieden en andere bronnen. Zie ook WBD.I, afl. 8, blz. 1408. [N 14, 83; JG 1a, 1b, 2b, 2c; A 4, 10; L 1, a-m; L B2, 348; L 20, 10; Wi 50; S 18; monogr.] I-5
klaveren in het kaartspel klaveren: klieëv`re (Kaulille) (Kaarttermen): Klaveren. III-3-2
kledij, kleren klerage: klierazjie (Kaulille), kleren: klīr (Kaulille), t dinge, ploete, lijnwaad, kluft]: klīr (Kaulille), klītjə (Kaulille) Kent ge een verzamelwoord voor "de kleren"(kleerage, of een ander woord). [ZND 36 (1941)] || kleding, kledij (verzamelnaam) [kleerazie, klejaasj] [N 23 (1964)] || kleren, kledingstukken [kleer [N 23 (1964)] III-1-3
kleerborstel kleerborstel: ’n klierborstel (Kaulille) een borstel (om kleren te borstelen) [ZND 22 (1936)] III-1-3
kleerkast kleerkast: kleerkast (Kaulille), klīrkas (Kaulille, ... ) kleerkast [ZND 34 (1940)] III-2-1
kleermaker kleer-/kledermaker: klīrmākǝr (Kaulille) Algemene benaming voor persoon die kleren maakt. [N 59, 197a; L 1a-m; L 28, 2; S 18; monogr.] II-7