e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kaulille

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leven (zn) leven: leive (Kaulille), leve (Kaulille), lève (Kaulille), lèven (Kaulille) leven; in de fleur van zijn leven [ZND 35 (1941)] || leven; op het einde van zijn leven [ZND 34] III-2-2
levend vlees onder de huid leven, het -: lae:ve (Kaulille) Levend vlees onder de huid (het leven, ruw vlees, bloedvlees). [N 109 (2001)] III-1-1
lever lever: lēǝvǝr (Kaulille) Grote klier waarin onder andere gal wordt afgescheiden. [N 28, 88c] I-11
leverpastei leverpastei: lēͅ.vərpástei (Kaulille) leverpastei [Goossens 1b (1960)] III-2-3
leverworst leverworst: lēͅ.vərwoͅrst (Kaulille), lèverworst (Kaulille) leverworst [Goossens 1b (1960)], [ZND 21 (1936)] III-2-3
libel en waterjuffer tenenbijter: tenenbijter (Kaulille) waterjuffer, libel [ZND 34 (1940)] III-4-2
liberaal liberaal: het is een libberaal (Kaulille), hè is ’n liberoal (Kaulille), liberaal (Kaulille), ’t es n libberaal (Kaulille), ’t is inen libroal (Kaulille) Het is een liberaal. [ZND 37 (1941)] III-3-1
lichaam lichaam: licham (Kaulille), lichaom (Kaulille), lijf: #NAME?  lief (Kaulille) het lichaam [ZND 30 (1939)] || het lijf [ZND 30 (1939)] III-1-1
lichaamskracht fors: fors (Kaulille), macht: macht (Kaulille) Lichaamskracht (macht, fors). [N 109 (2001)] III-1-2
lichaamsvocht water: waaët`r (Kaulille) Lichaamsvocht ((lee)water, vocht). [N 109 (2001)] III-1-2