21473 |
lid van een vereniging |
lid:
een lid van een vereeiniging (L316p Kaulille),
n lit van een ... (L316p Kaulille),
ne leed van een vereeniging (L316p Kaulille),
’n lid van ’n bond (L316p Kaulille)
|
Lid van een vereniging. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
17656 |
lidmaat, ledematen |
armen en benen:
err`m en bieën (L316p Kaulille)
|
Ledematen (leden, armen en benen). [N 109 (2001)]
III-1-1
|
22750 |
lied, liedje |
lied:
leet (L316p Kaulille),
lied (L316p Kaulille),
liedje:
le.tsjə (L316p Kaulille),
leedje (L316p Kaulille),
leetjen (L316p Kaulille),
leetsje (L316p Kaulille)
|
Een lied, een liedje. [ZND 30 (1939)] || liedje [RND] || Liedje.
III-3-2
|
19085 |
liegen |
liegen:
leegen (L316p Kaulille, ...
L316p Kaulille)
|
liegen [ZND 25 (1937)]
III-3-1
|
17647 |
lies |
lies:
lees (L316p Kaulille),
lēs (L316p Kaulille)
|
de lies (plooi van de dij) [ZND 30 (1939)] || Het vel of vlies rond een windei. [JG 1b, 1c, 2c]
I-12, III-1-1
|
17816 |
liggen |
liggen:
liggen (L316p Kaulille, ...
L316p Kaulille)
|
liggen [ZND 25 (1937)]
III-1-2
|
33474 |
liggend dakvenster |
dakvenster:
dāk˲vęnstǝr (L316p Kaulille)
|
Een dakvenster is een liggend raampje op het dak dat meestal geopend kan worden en dat dient ter belichting en beluchting van de zolder, ook wel als toegang tot het dak bij bijv. reparaties of om door naar buiten te kijken. Het is meestal te klein om hooi door te laten, maar grotere vensters kunnen wel daartoe dienen (zie het lemma "hooivenster", 3.4.5). [N 4A, 45c; monogr.]
I-6
|
34185 |
lijfbieden, prolapsus vaginae |
rozen:
ryzǝ (L316p Kaulille)
|
Het uitzakken van de bovenrand van de schede, die dan vooral bij liggende dieren buiten de schaamlippen te voorschijn komt als een roze bal, die meestal gauw min of meer ontstoken raakt. Een prolapsus vaginae ontstaat wanneer er een verslapping optreedt in het weefsel dat de vagina vasthoudt in het bekken. [N 3A, 97; N 52, 30a; A 48A, 44a]
I-11
|
20464 |
lijkbidder |
lijkbidder:
znd 1 a-m; znd 30, 25;
lijkbeiër (L316p Kaulille, ...
L316p Kaulille),
waker:
znd 1 a-m; znd 30, 25;
waker (L316p Kaulille, ...
L316p Kaulille)
|
lijkbidder [ZND 30 (1939)] || lijkbidder (fr. croquemort) [ZND 01 (1922)]
III-2-2
|
26183 |
lijken |
zoomtouwen:
zǭmtǭwǝ (L316p Kaulille)
|
De touwen die in de rand van elk zeil zijn ingenaaid en waarmee het zeil aan de kikkers van de roede enerzijds en aan de toppen van de scheien anderzijds wordt vastgemaakt. [N O, 5b; A 42A, 70; monogr.]
II-3
|