24678 |
loot, nieuw uitgelopen twijgje |
scheut:
scheut (L316p Kaulille)
|
loot [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|
17817 |
lopen |
lopen:
loepen (L316p Kaulille),
lŏĕpen (L316p Kaulille),
luǝpǝ (L316p Kaulille)
|
lopen [ZND 25 (1937)] || Uit de gevraagde toelichting en bij vraag N 8, 82 blijkt dat gaan de betekenis van "stappen", "stapvoets gaan" heeft, lopen die van "snel lopen" of "draven". [JG, 1b; N 8, 81a en 82]
I-9, III-1-2
|
19500 |
loper |
loper:
lupǝr (L316p Kaulille)
|
De bovenste, draaiende molensteen. De loper had in Q 99 drie soorten kerven, de ligger daarentegen maar één. Zie ook het lemma ɛscherpselɛ.' [N O, 17c; A 42A, 31; N D, 7; Sche 47; Vds 85; Jan 121; Coe 98; Grof 117; monogr.]
II-3
|
26596 |
los draaien |
los draaien:
lǫs˱ drɛ̄jǝ (L316p Kaulille)
|
De molen laten draaien zonder dat de stenen werken. Met betrekking tot het woordtype voor de prins draaien (l 265) merkt Wiessner (pag. 94) op: ø̄Deze uitdrukking schijnt afkomstig te zijn uit de tijd van de vele belegeringen en uithongeringen van steden. Men liet dan de molen zonder de stenen draaien, daarmede de schijn ophoudend nog eten genoeg te hebben.ø̄ [N O, 13h]
II-3
|
18697 |
losse linnen halsboord |
col (fr.):
koͅl (L316p Kaulille)
|
halsboord, losse linnen ~ [beurdje, hemdsband] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18699 |
losse manchet |
manchet:
manšeͅtə (L316p Kaulille)
|
manchet, los [hemdsband, toet] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
33395 |
losse voerbak in de varkenswei |
voerbak:
vōrbak (L316p Kaulille)
|
Gewoonlijk worden de varkens binnen gevoerd. Soms echter gebruikte men een losse voerbak voor buiten, in de varkenswei; over deze laatste bak gaat het in dit lemma. Zie voor de fonetische documentatie van (trog) het lemma "varkenstrog" (2.4.3). [N 5A, 61b]
I-6
|
18317 |
losse zak onder de rok |
buidel:
bügəl (L316p Kaulille)
|
tas, losse ~, zak of buidel die onder de rok wordt gedragen [N 24 (1964)]
III-1-3
|
22400 |
loten |
loten:
loote (L316p Kaulille)
|
het spel waarbij de winnaar(s) door het lot word(t)(en) aangewezen [loten, loteren, lotelen, loteren] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
30083 |
luchtbel |
bel:
bɛl (L316p Kaulille)
|
De luchtbel in de vloeistof van de waterpas. [N 30, 12b; monogr.]
II-9
|