e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kaulille

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mantelpak mantelkostuum: mantilkəstym (Kaulille) mantelpak, uit jas en rok bestaand dameskostuum [N 23 (1964)] III-1-3
maria-hemelvaart halfoogst: half oest (Kaulille) Hoe heet bij u de feestdag van O.L.V.-Hemelvaart (15 augustus)? [ZND 17 (1935)] III-3-3
markt markt: in `t midden van de meərt (Kaulille), in `t midden van de mèrt (Kaulille), in t wèrs over de mèrt (Kaulille), mâê:rt (Kaulille) Dwars over de markt [ZND 23 (1937)] || In het midden van de markt. [ZND 38 (1942)] || markt [RND] III-3-1
marmer marber: marber (Kaulille, ... ), marmer: marmer (Kaulille, ... ), marmere biĕld (Kaulille) marmer [ZND 01 (1922)], [ZND 38 (1942)] || marmeren beeld [ZND 21 (1936)] III-4-4
marmeren beeld beeld: marmere biĕld (Kaulille) Een marmeren beeld. [ZND 21 (1936)] III-3-2
masker mombakkes: mombakkes (Kaulille), Sub moelbakks.  mómbakk`s (Kaulille), mondbakkes: monbakkes (Kaulille), mondenbakkes: monəbakəs (Kaulille), muilbakkes: moelbakk`s (Kaulille) Een masker (dat op vastenavond gedragen wordt). [ZND 31 (1939)] || Masker. III-3-2
massieve muur volle muur: vǫl [muur] (Kaulille) Massieve muur zonder spouw. De dikte van buitenmuren die op deze wijze werden opgemetseld, kon anderhalf-, twee- of tweeëneenhalfsteens zijn. Zie ook het lemma 'Tweesteense muur'. Massieve muren isoleerden slecht warmte en geluid. Bovendien waren ze moeilijk waterdicht te maken. Optrekkend vocht ging men tegen door regelmatig een laag asfaltpapier tussen de voegen te leggen. Zie ook het lemma 'Asfaltpapier'. Het woord '(muur)' is fonetisch gedocumenteerd in het lemma 'Muur'. [N 31, 36a] II-9
matkopmees matkopmeesje: matkoͅpmēskə (Kaulille) matkopmees (11,5 kleur als zwarte mees [053], maar zonder nekplek; broedt alleen in vermolmd hout, liefst in vochtig bos; roep [ti-ti-ti-pè-pè-pè], in voorjaar [tjuu-tjuu-tjuu] [N 09 (1961)] III-4-1
matsen bijeenspannen: bieënspanne (Kaulille) in het voordeel van een ander spelen, met een andere speler samenspelen [materen, opeenspelen, opspannen] [N 112 (2006)] III-3-2
mayonaise mayonaise: màjjənéés (Kaulille) mayonaise [RND] III-2-3