18703 |
mantelpak |
mantelkostuum:
mantilkəstym (L316p Kaulille)
|
mantelpak, uit jas en rok bestaand dameskostuum [N 23 (1964)]
III-1-3
|
23240 |
maria-hemelvaart |
halfoogst:
half oest (L316p Kaulille)
|
Hoe heet bij u de feestdag van O.L.V.-Hemelvaart (15 augustus)? [ZND 17 (1935)]
III-3-3
|
21271 |
markt |
markt:
in `t midden van de meərt (L316p Kaulille),
in `t midden van de mèrt (L316p Kaulille),
in t wèrs over de mèrt (L316p Kaulille),
mâê:rt (L316p Kaulille)
|
Dwars over de markt [ZND 23 (1937)] || In het midden van de markt. [ZND 38 (1942)] || markt [RND]
III-3-1
|
24945 |
marmer |
marber:
marber (L316p Kaulille, ...
L316p Kaulille),
marmer:
marmer (L316p Kaulille, ...
L316p Kaulille),
marmere biĕld (L316p Kaulille)
|
marmer [ZND 01 (1922)], [ZND 38 (1942)] || marmeren beeld [ZND 21 (1936)]
III-4-4
|
22739 |
marmeren beeld |
beeld:
marmere biĕld (L316p Kaulille)
|
Een marmeren beeld. [ZND 21 (1936)]
III-3-2
|
22440 |
masker |
mombakkes:
mombakkes (L316p Kaulille),
Sub moelbakks.
mómbakk`s (L316p Kaulille),
mondbakkes:
monbakkes (L316p Kaulille),
mondenbakkes:
monəbakəs (L316p Kaulille),
muilbakkes:
moelbakk`s (L316p Kaulille)
|
Een masker (dat op vastenavond gedragen wordt). [ZND 31 (1939)] || Masker.
III-3-2
|
30093 |
massieve muur |
volle muur:
vǫl [muur] (L316p Kaulille)
|
Massieve muur zonder spouw. De dikte van buitenmuren die op deze wijze werden opgemetseld, kon anderhalf-, twee- of tweeëneenhalfsteens zijn. Zie ook het lemma 'Tweesteense muur'. Massieve muren isoleerden slecht warmte en geluid. Bovendien waren ze moeilijk waterdicht te maken. Optrekkend vocht ging men tegen door regelmatig een laag asfaltpapier tussen de voegen te leggen. Zie ook het lemma 'Asfaltpapier'. Het woord '(muur)' is fonetisch gedocumenteerd in het lemma 'Muur'. [N 31, 36a]
II-9
|
24208 |
matkopmees |
matkopmeesje:
matkoͅpmēskə (L316p Kaulille)
|
matkopmees (11,5 kleur als zwarte mees [053], maar zonder nekplek; broedt alleen in vermolmd hout, liefst in vochtig bos; roep [ti-ti-ti-pè-pè-pè], in voorjaar [tjuu-tjuu-tjuu] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
22491 |
matsen |
bijeenspannen:
bieënspanne (L316p Kaulille)
|
in het voordeel van een ander spelen, met een andere speler samenspelen [materen, opeenspelen, opspannen] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
20909 |
mayonaise |
mayonaise:
màjjənéés (L316p Kaulille)
|
mayonaise [RND]
III-2-3
|