34013 |
naar links |
haar:
hɛ̄r (L316p Kaulille)
|
Voermansroep om het paard naar links te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95 c, 95d en 96; L 1 a-m; L B 2, 255; L 26, 2; L 36, 81c; S 12; monogr.]
I-10
|
34014 |
naar rechts |
hut:
hyt (L316p Kaulille)
|
Voermansroep om het paard naar rechts te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95a en 96; L 1 a-m; L B 2, 256; L 26, 2; L 36, 81d; S 12; monogr.]
I-10
|
24213 |
nachtegaal |
nachtegaal:
nachtegoal (L316p Kaulille),
naxtəgal (L316p Kaulille)
|
nachtegaal [ZND 39 (1942)] || nachtegaal (16,5 bekend; kleine bruine vogel met rossige staart; vrij zeldzame zomervogel; verborgen levend; beroemd om de zang [N 09 (1961)]
III-4-1
|
18609 |
nachthemd |
nachthemd:
nachthem (L316p Kaulille)
|
nachthemd [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18608 |
nachtjapon |
pon:
pon (L316p Kaulille)
|
nachtjapon [nachtpon, bedjak, nachtjak, jak] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18607 |
nachtkleren |
nachtkleren:
nachtklīr (L316p Kaulille)
|
nachtkleding in het algemeen [t naachtdinge] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
19607 |
nachtlampje |
nachtlamp:
naxtla͂mp (L316p Kaulille)
|
lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
24214 |
nachtzwaluw |
nachtzwaluw:
naxtswalyu̯ (L316p Kaulille)
|
nachtzwaluw (27 vrij zeldzame zomervogel; meest op de hei; bruin met allerlei streepjes en vlekjes; overdag onvindbaar; maakt geen nest; roep ratelend [errrrrr-orrrrr] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
34179 |
nageboorte van de koe |
vuil:
vul (L316p Kaulille)
|
[N 3A, 57a; JG 1a, 1b; A 33, 19b; monogr.]
I-11
|
17770 |
nagel |
nagel:
nagel (L316p Kaulille)
|
[ZND 30 (1939)]
III-1-1
|