e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kaulille

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oom nonk: nonk (Kaulille) oom [ZND 11 (1925)] III-2-2
oor oor: û.rən (Kaulille), ūǝr (Kaulille) oren [RND] || Zie afbeelding 2.1. [JG 1a, 1b] I-9, III-1-1
oorknop knopje: Spelling: <`> = sjwa.  knöpke (Kaulille) Oorknop. Sieraad min of meer in de vorm van een knop die men aan elk oor draagt [knop, oorknop, dormeuse] [N 114 (2002)] III-1-3
oorlel oorlel: oe:rlel (Kaulille) Oorlel: afhangend lapje aan de oorschelp ((oor)lel, (oor)lelletje) [N 106 (2001)] III-1-1
oorring oorbel: ’n poar oerbellen (Kaulille), Spelling: <`> = sjwa.  oerbel (Kaulille), oorring: een paar oerringen (Kaulille), oerringen (Kaulille) een paar oorringen [ZND 40 (1942)] || Oorring. Zilveren of gouden ring die in elk van beide oren gedragen wordt [oorbel, bel, slinger] [N 114 (2002)] III-1-3
oorworm oorworm: fon. var. van "oorworm"niet overgenomen  oorworm (Kaulille) oorworm [ZND 34 (1940)] III-4-2
op bedevaart gaan bedevaart gaan: we goan beevert (Kaulille) We gaan een bedevaart doen. [ZND 21 (1936)] III-3-3
op de borrel gaan ochteren: øxtǝrǝn (Kaulille) Voordat een varken geslacht wordt, komen de buren het prijzen in de hoop op een borrel te worden getrakteerd. Ook komt het voor dat dit gebeurt, als het varken gedood is. Soms blijven de inspanningen die men zich voor de borrel moet getroosten beperkt tot wat prijzende woorden, soms helpt men even mee het varken op de grond te trekken of het dier vast te houden, zodat de slachter het de keel kan doorsnijden. [N 28, 4] II-1
op de loop gaan op de loop gaan: oppe luup gaon (Kaulille) op de loop gaan [ZND 30 (1939)] III-1-2
op de markt verkopen op de markt staan: ps. omgespeld volgens Frings.  oͅbə mēͅrət stōͅən (Kaulille) verkopen, goederen op de markt gaan ~ [N 21 (1963)] III-3-1