23307 |
priestersteek met ronde luifel |
steek:
stēk (L316p Kaulille)
|
priestersteek met ronde luifel [N 25 (1964)]
III-3-3
|
22862 |
prijzen (mv.) |
prijzen:
pris (L316p Kaulille)
|
prijzen (mv.) [RND]
III-3-2
|
33740 |
prikkeldraad |
pikdraad:
pekdrǭt (L316p Kaulille),
pikkeldraad:
pikkeldraad (L316p Kaulille),
pinnetjesdraad:
penǝkǝsdrǭt (L316p Kaulille)
|
Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.]
I-8
|
22356 |
priktol |
dop:
(dobben = ww.)
dop (L316p Kaulille),
[Met afbeelding].
dop (L316p Kaulille)
|
Priktol (= werptol: door middel van een erom gewonden touw werpt men hem draaiend op de grond). [ZND 16 (1934)] || Tol.
III-3-2
|
19272 |
profiteren |
gebruik maken:
van de gelegenheid gebruik maken (L316p Kaulille),
van de gelegenheid gebruuk maken (L316p Kaulille),
profiteren:
van de gelegenheid profeteĕren (L316p Kaulille)
|
Van de gelegenheid (occasie) profiteren. [ZND 40 (1942)]
III-1-4
|
18221 |
pronken |
ogen uitsteken:
Spelling: <`> = sjwa.
oe:ge oe:tstae:ke (L316p Kaulille),
spiegelen:
Spelling: <`> = sjwa.
spee:g`le (L316p Kaulille),
stoefen:
Spelling: <`> = sjwa.
stóffe (L316p Kaulille)
|
Pronken, prijken. In het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen [stoefen, spiegelen, stansen] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18190 |
pronkveer op een hoed |
pluim:
plum (L316p Kaulille)
|
pronkveer op een hoed [N 25 (1964)]
III-1-3
|
22310 |
proppenschieter |
klatspijp:
/
klatspie:p (L316p Kaulille),
[Met afbeelding].
klatspie:p (L316p Kaulille),
spuit:
n spuit (L316p Kaulille)
|
/ [SND (2006)] || Een klakkebus (cilindervormig kinderspeeltuig van uitgehold vlierout, waarmede een prop wordt weggeschoten). [ZND 08 (1925)] || Klakkebus (schiettuig gemaakt van vlierhout).
III-3-2
|
20456 |
prostituée |
hoer:
hoer (L316p Kaulille)
|
prostituée, publieke vrouw [hoer, lichtvink, deerne, blaar] [N 115 (2003)]
III-2-2
|
18403 |
pruik |
pruik:
Spelling: <`> = sjwa.
pruu:k (L316p Kaulille)
|
Pruik. Kunstmatig vervaardigde haarbedekking, valse haardos [pruik, calotte, toupet] [N 114 (2002)]
III-1-3
|